Audi biedt de A5 aan met een hele resem benzine- en dieselmotoren en die zijn allemaal drukgevoed. De 1.8 TFSI in het vooronder is nagelnieuw en levert maximaal 170pk af tussen 3.800 en 6.200t/min. Echt indrukwekkend is die waarde niet meer voor een geblazen sub-tweeliter, maar het koppel van 320Nm - dat zich manifesteert tussen 1.400 en 3.700t/min - maakt veel goed. De vierpitter stuwt de voorwielaangedreven Audi in 8,9 seconden naar de 100km/u, en gaat desgewenst door tot 213km/u. Opnieuw, voor een behoorlijk dure en sportief gelijnde cabriolet is die krachtsontplooiing op papier weinig wereldschokkend, wat niet wil zeggen dat die al bij al betrekkelijk matige prestaties uit de lucht komen vallen. De bijna 1,7 ton wegende vierzitter is namelijk niet van de lichtste, en de multitronic automaat steekt zijn voorkeur voor het betere cruisen ten nadele van schichtig verzetwerk niet onder stoelen of banken. In één adem dient wel vermeld te worden dat deze instapmotor amper 6,2 liter per honderd kilometer claimt en bijgevolg de CO2 uitstoot tot 143g/km weet te beperken. Cijfers die we in de praktijk in de verste verte niet wisten te benaderen uiteraard, reken dus maar op een dikke twee liter extra.
Het karakter van deze A5 cabrio ziet zich weerspiegeld in de schakkelpeddels (€ 182) achter het multifunctionele sportstuur. Net als bij alle Audi's zitten die er vooral op voor de schone schijn: ze geven enkel de illusie dat je iets te zeggen hebt over de rekeneenheid die de op het cvt-principe gebaseerde automaat aanstuurt ... en dat heb je dus niet, want die doet eigenlijk gewoon heel de tijd lekker zijn eigen zin. Dus laat je de bak maar beter zelf het juiste verzet kiezen, scheelt een hoop frustratie. Hij doet dat overigens goed, maar elke zweem van sportiviteit wordt wel in één beweging de kop ingedrukt. Ook de gevoelloze elektromechanische stuurbekrachtiging en de betuttelende stabiliteitscontrole maken van een stevig potje raggen al gauw een erg steriele bedoening.
En daar kan ook het Audi Drive Select (€236), dat op al die parameters inwerkt en toelaat te pendelen tussen een comfortabele of dynamische set-up weinig aan veranderen. Neem je vrede met het inherent gebrek aan verschaft rijplezier, hetgeen het wulpse koetswerk nogthans suggereert, dan kan je pas echt genieten van het efficiënte en betrekkelijk comfortabele onderstel en de meegaande, onderin verrassend krachtige benzinemotor. Ofschoon het stuur nooit echt een poging doet om met de bestuurder te communiceren, gidst het de voorwielen wel precies op de uitgezette koers en waakt de elektronica er ten allen tijde over dat de rit in peis en vree verloopt.