Als er één rubriek is waarin we zonder schroom een positief vooroordeel aangaande Audi's creaties durven bekennen, dan is het hier wel. Die situatie krijg je als vanzelf, wanneer je als autobouwer de lat dermate hoog hebt gelegd dat alle andere, in dezelfde klasse spelende merken vooralsnog alleen maar kunnen hopen dat ze het ooit beter zullen kunnen doen. En als je hetzelfde interieur quasi ongewijzigd in elk model kwakt natuurlijk, dat helpt ook. Niet dat we al uitgekeken zijn op Ingolstadt's interpretatie over waaruit een goed huwelijk tussen ergonomie en elegantie hoort te bestaan. Net als altijd is de materiaalkeuze uitgelezen, is de bouwkwaliteit exemplarisch en past het geheel rond je lichaam zoals alleen je favoriete pak dan kan. De voortreffelijke zetels zitten lekker laag en sportief, en kunnen zodanig worden afgeregeld dat je prima bij alle bedieningsinstrumenten kan. We kunnen er niet omheen: Audi heeft het simpelweg volledig onder de knie hoe ze de verschillende functieknoppen in het interieur moet groeperen en positioneren, opdat je als bestuurder haast onbewust en op de tast de hele auto aan kan sturen.
Een andere traditie die het merk met de vier ringen blijft koesteren - en dat is deze keer weliswaar minder naar onze zin - is het optiebeleid. Zo hoor je zaken als bluetooth- en usb-connectiveit, isofix bevestiging of een snelheidsregelaar bij te bestellen als je ze wil. Die wetenschap indachtig, kan je wellicht zelf wel deduceren dat je ook geen lederen interieur, navigatie of parkeersensoren in de lijst met standaarduitrusting moet gaan zoeken. Afvinken geblazen dus, als je de A5 aan wil kleden met de snufjes die je buren in dit soort auto verwachten aan te treffen. En zo duw je de basisprijs van € 39.760 zonder verpinken een eind boven de € 50.000. Dat begint al stevig door te wegen, toch als je bedenkt dat de vierzitter nog altijd "maar" de achttienhonderd TFSI onder de motorkap heeft liggen. Met de multitronic automaat, dat wel, maar toch. De keuze aan de klant laten heet dat, en ofschoon die politiek vooral misleidende basisprijzen oplevert, zijn er ook voordelen aan verbonden.
Zo kan je besparen op de verwarming voor de nek bijvoorbeeld (€ 550). Een apparaat geniaal op papier, doch geen spek voor ieders bek in de praktijk. Of wat te denken van de bandenspanningscontrole (€ 97), de automatische schakeling tussen hoofd- en dimlichten (€ 18, echt waar!), het nogtans uitmuntende Bang & Olufsen geluidssysteem met veertien luidsprekers (€ 1.137)? Je kan best zonder, toch? Zoals de verbeterde akoestische isolatie van de kap (€ 363). Onze A5 had de eer met deze optie uitgerust te zijn, en we moeten eerlijk toegeven dat het aan boord - met de kap gesloten uiteraard - bijzonder stil bleef. De rijwind werd nog steeds niet zo adequaat geweerd als in een volledig gesloten coupé, maar het verschil wordt tegenwoordig wel erg klein.