Audi introduceerde de A5 in 2007 als de sportieve, zeg maar lifestyle-variant van de wat meer burgerlijke A4. Tegenwoordig vormt de reeks met een Sportback-, coupé- en cabriovariant een heuse modellijn op zich, voor zover die conservatieve opdeling bij het merk vandaag nog kan worden gehanteerd natuurlijk. Optisch groeien alle Audi's steeds meer naar elkaar toe, met die typerende maar vooral ook schaamteloos herbruikte snuit, voorzien van haast identieke lichtblokken en dito grillewerk. Kenners spotten de verschillen natuurlijk wel tussen de stamgenoten, maar de leek moet het vaak zien te redden middels een ruwe schatting afgaand op de grootte. Een A8 en een A1, zeg maar, die hou je nog enigszins makkelijk uit elkaar. Met een lengte van 4,64m en een breedte van 1,85m is de A5 op zijn beurt bepaald geen kleine auto, alhoewel die grondoppervlakte zich niet automatisch heeft vertaald in royaal veel ruimte binnenin.
En dat brengt ons bij een woordje uitleg over het concept, want dat is toch wel nodig. Deze Audi is namelijk een vierzits-(of)-cabrio. Een vierzitter dus, óf een cabrio. Beide combineren? Mogelijk, net zoals je mits wat gul uitgedeelde licht toxische drank ook tien eerstejaarstudenten in een A1 kan jagen. Comfortabel? Niet dus. Omdat de voorste inzittenden hun stoelen tot tegen de aanslag moeten schuiven, wil je je gasten achteraan wat beenruimte gunnen, om maar iets te zeggen. En omdat rijden met het dak open de achterbank vol in de wind zet, en dat vinden ze daar enkel leuk voor, bwa, een seconde of twee. Zwicht je als chauffeur voor de boze blikken van de vliegenvangers achterin, reken dan op weinig sympathie wanneer je de stoffen kap toeklapt, want het ding onthoofdt in zijn kordate trip richting voorruit nog net niet je onfortuinlijke passagiers. Maar de kinderen vinden het super. Terwijl je hen snipverkouden naar de NKO-arts rijdt.
Ons punt is bij deze ongetwijfeld gemaakt: echt praktisch kan je de A5 cabrio niet noemen, maar die kwaliteit stond wellicht niet eens in het lastenboek. Je kan immers open rijden, en als het (echt) moet, ook drie passagiers meenemen. En dat is een troef die tweezitters niet hebben. Veel meer moet je er niet achter zoeken, net zoals je niet al te veel illusies moet koesteren over de koffer. 380 liter slikt het ding, en 320 liter als je ook het dak wil kunnen opvouwen aldaar. Dat lijkt op het eerste zicht misschien bijzonder redelijk voor een cabriolet, ware het niet dat de opening onpraktisch nauw uitvalt. Zachte bagage die geen vlekken maakt als je ze samenpropt lust deze Duitser dan ook het liefst.