Je kan er moeilijk om heen dat de Toledo niet zou bestaan zonder Skoda's Rapid. Het model loopt ook gewoon in Tsjechië van de band. De techniek is door Seat hooguit wat bijgekruid. Voor- en achteraan zijn de veren anders en alleen op de achteras worden die vergezeld van andere dempers. En de software van de stuurinrichting is geprogrammeerd om een tikkeltje heviger te reageren. Details dus, en het verschil is dan ook subtiel. De architectuur is ook niet nieuw en de Rapid en Toledo horen dus niet tot de meer dan 30 modellen die gebruik zullen maken van het MQB-platform van de VW-Group. Hier is de onafhankelijke voortrein van de Fabia gelijmd aan de achteras (een vervormbare dwarstraverse) die nog afkomstig is van de vorige generatie van de Octavia, beiden met op hun beurt roots bij VW.
Sturen doet de Toledo vooral veilig, met een voortrein die het eerst de handdoek in de ring gooit. Daarvoor moet de massa over de achterwielen wel goed in bedwang gehouden worden en dat levert met een architectuur die hoe dan ook niet graag hobbels lust een erg droog veergedrag op. Door de elektrische stuurbekrachtiging moeten we stuurgevoel weer maar eens op de verlanglijst bijschrijven. En nu we toch bezig zijn: iets minder vaag en progressiever rond de rechtuitpositie mag ook.
We gingen tijdens deze kennismaking aan de haal met de 1.2 met 85pk, die ondanks z'n bescheiden prestatiepotentieel de leukste van de twee is, maar concentreren ons vooral op de 105pk en 250Nm sterke 1.6 common-rail diesel die gedempt maar vanzelfsprekend niet onhoorbaar z'n werk doet. Gekoppeld aan een vijfbak, terwijl hij zeker ook een zesde kan verdragen. 10,6 seconden is voldoende om de snelheidswijzer naar drie cijfers te jagen en de diesel gaat door tot 190km/u. Zoals je kan verwachten is dat allemaal dramaloos. Aan de verbruikscijfers moet je je kunnen troosten. Met 4,4l (114gr/CO2/km) geraak je 100km ver. De Econetic-versie die onder meer over een start/stop-systeem beschikt, wordt op 3,9l/100km of 104gr/km gehomologeerd.