Met nieuwe eigenaar Tata aan het roer, voert Jaguar dezer dagen een verjonging van z'n gamma door. Dat is niet alleen te zien aan de nieuwe stijltaal - die voor het eerst in decennia aan het infuus van het modernisme ligt, maar ook aan een flinke vernieuwing van de niet zichtbare componenten. Daarin lijkt alvast sprake te zijn van een meer rationele aanpak, duidelijk gericht op het maximaliseren van het potentieel van de bestaande producten. Dat de XJ, het vlaggenschip van het bedrijf, nu leverbaar is met een 2-liter turbo-benzinemotor (een nieuwe instapversie) en een 3-liter V6 compressor (ter vervanging van de atmosferische 5-liter V8) is voor ons land dan wel niet van levensbelang - wereldwijd is het belang van de nieuwe motoren niet te onderschatten. Samen met de modeljaarwijzigingen van de andere modellen en de introductie van de functionele variant van de compactere XF, verhoogt het de marktdekking in de landen waarin het merk actief is van 50 naar 80%. De strategie werpt nu al haar vruchten af. In Europa steeg de verkoop de afgelopen periode met meer dan 20%. Andere continenten laten cijfers die 50 (Afrika en omstreken) tot 80% (China) hoger liggen.
De nieuwe tweeliter neemt de rol van instapper in het gamma voor z'n rekening. Het prijskaartje bedraagt € 78.160. De 13cm langere variant met ‘L' op de kofferklep is eveneens met de krachtbron beschikbaar en vraagt een extra inspanning van dik € 9.000. De drieliter zescilinder met supercharger duikt ook onder de prijs van de motor die hij vervangt en staat in de catalogus vanaf € 96.200.