Na de komst van een logische Cabrio en daarna de Clubman - die historisch gezien nog door de beugel kan - heeft de Countryman het moeilijk om z'n voornaam met geloofwaardigheid te dragen, in tegenstelling tot buitenbeentjes Roadster en Coupé. En toch zal het de directie een worst wezen. Een afwezigheid in het C-segment kon gewoon niet uitblijven. De Countryman neemt het op tegen kleppers als de VW Golf, maar eigenlijk ook een beetje tegen de Audi Q3 en Nissan Qashqai, met in eigen kamp de BMW X3. Min of meer dus, want een echte crossover kan je hem niet noemen. SAV of Sports Activity Vehicle zou een juistere omschrijving zijn.
De Cooper D hebben we twee jaar geleden al aan de tand gevoeld, maar de SD-variant mocht niet aan ons lijstje ontbreken. De Countryman smeekt om een pittige krachtbron en deze 2,0l turbodiesel zou voor het nodige rijplezier moeten zorgen.
Het totale aanbod omvat 4 benzine- en 7 dieselmotoren. Voor de eerste groep varieert het prijskaartje van € 20.650 tot € 30.000, met vermogens van 98 tot 184pk. Een eervolle vermelding voor de laagste CO2-uitstoot staat op naam van een 1.598cc-grote TDI uit de One D en Cooper D, die gemiddeld 115g/km uit de pijpen blaast. Prijzen van de zelfontbranders, van 90 tot 143pk, schommelen tussen € 22.250 en € 31.000. Onze testwagen gaat daar vlot boven en tikt af bij € 36.315, al hoeven we niet uit te leggen hoe dat komt. Voor vierwielaandrijving zou er in geval van deze SD nog eens € 1.800 bijkomen.