Van alle vier cabrio's die de Beiers in de etalage zetten, is deze 6 onmiskenbaar de grootste. De vorige generatie was al een uit de kluiten gewassen kerel en deze jongen is nog eens 7,4cm langer, 3,9cm breder en rust nu op een wielbasis van 2,85m. Dat betekent dat de koets inmiddels is gegroeid tot een totale lengte van 4,89m en een breedte van 1,89m. Met zijn lange, lage neus en breed uitgesmeerde - en vooral achteraan knap uitgewerkte - lichtblokken, doet de Duitser overigens geen enkele moeite om zijn omvang te camoufleren. De hoogte bedraagt 1,36m en dat is verhouding tot de andere afmetingen nog bescheiden. Met dat lage dak geraak je dan wel probleemloos in elke ondergrondse parkeergarage, de uitdaging om er geen kostbare verfsporen op de muren achter te laten stelt zich weldegelijk. Althans, dat is zo bij ons in Europa; of de 6 even secuur gegidst behoeft te worden in parkings te Azië of de VS - markten waar BMW met dit model toch wel prioritair op mikt - hebben we jammer genoeg niet kunnen nagaan.

Groot betekent echter niet lomp, wel integendeel. De 6 oogt zowel met het dak gesloten als open bijzonder stijlvol en elegant, niet in het minst met dank aan de nagenoeg volledig vlakke gordellijn. De vorm van het stoffen dak - dat uitloopt in vinnen, en de verticale positie van de elektrisch bedienbare achterruit - die ook dienstdoet als windvanger, kennen we nog van de vorige generatie. Maar al het overige plaatwerk is helemaal nieuw, en ook ogenblikkelijk herkenbaar als zijnde BMW. Het dak laat zich in 19 seconden openen, sluit weer in 24 tellen en dat tot een snelheid van 40km/u. Met het dak in de koffer gevouwen krijg je 300 liter achterin kwijt; omdat het dak de koffer vooral in de hoogte verkleint, blijft de laadcapaciteit heel behoorlijk. Vier volle plooibakken van de supermarkt meebrengen en de haren in de wind: het kan nog net. Als het dak toe ligt, groeit het volume slechts met 50 liter, en dit in de hoogte.