Aerodynamisch, efficiënt en licht - dat moest de MP4-12C worden. Logisch, in deze tijden, maar het betekent wel dat er waar kon, gewicht bespaard werd. En met zowel een hydraulische ophanging als stuurinrichting werd één pomp voor beiden gekozen. Zeven kilo gewonnen, maar je hoort binnenin de druk soms tussen het ene en het andere systeem versassen. Het lijkt wel een oude Citroën. Leuk of misschien net een reden om je te irriteren... Het lage gewicht van de wagen (leeggewicht van 1.301 kg - de McLaren F1 woog nog minder met slechts 1.000 kilo - , maar was minder goed uitgerust) in combinatie met de 3,8 liter-V8-biturbo (624pk bij 7.000t/min en een koppel van 600Nm bij 3.000 tot 7.000t/min) doet de Brit versnellen van 0 naar 100 km/u in 3,3 seconden (in 3,1 seconden met de optionele Corsa banden) en de topsnelheid bedraagt 330km/u. Wie oplet heeft in de gaten dat dat 24pk meer is dan eerst aangekondigd - en dat klopt. McLaren heeft nog wat aan de sturing gerommeld en de transmissie, ophanging en motor nog wat bijgevijld. Op de acceleratietijd naar 100 heeft het overigens geen enkel effect, maar de sprinttijd naar 300km/u is met een seconde gereduceerd tot 26,5 tellen. Kortom, de McLaren MP4-12C gaat hard... zeer hard en een update zorgt ervoor dat ook klanten met reeds een MP4-12C in de garage ervan kunnen profiteren.
De manier waarop de Brit de ankers uitwerpt is zo mogelijk nog indrukwekkender. Onder meer dankzij de spoiler die vanaf een snelheid van 100km/u bij voldoende vertraging automatisch uitklapt en die extra weerstand én meer stabiliteit genereert. De Bugatti Veyron heeft ook zo'n luchtrem. Je wordt er bij een maximale decceleratie zowaar licht van in het hoofd. Stoppen vanaf 200km/u tot stilstand neemt 123 meter in beslag. Van 100km/u naar 0 is 30,5 meter. Natuurlijk dragen ook de remmen daartoe hun steentje bij. Standaard monteert McLaren stalen schijven met aluminium (wiel)naven. En gekoelde carbon-keramische remmen zijn optioneel. In wisselende weersomstandigheden (eerst stralende zon, en dan druilerige motregen) hebben we ze allebei getest en we stippen de dure optionele schijven met en smalle marge aan als de betere. Logisch ook.
Door te opteren voor een versnellingsbak met dubbele koppeling die compact en tegelijkertijd licht is en een kleine motor konden de ingenieurs het geheel diep in het chassis leggen. Hierdoor kon McLaren ook ver voor het uiteinde van de wagen een diffuser inbouwen die op snelheid flink wat neerwaartse kracht genereert. Tijdens het rijden krijg je hierdoor een gocart-effect. Even moeten we denken aan de Ariel Atom, maar dan zonder de minder fijne dansende kont of het gevoel dat de voorwielen van de grond gaan komen. De McLaren z'n liefde voor het asfalt is zo groot dat de bochtsnelheden soms onmogelijk lijken.
Onder supersportwagens worden de veldslagen tegenwoordig ook door de technologie uitgevochten. En de McLaren is geen uitzondering - een hele rits rijhulpen neemt de bestuurder het werk - en helaas ook deel van de sensatie - uit handen. Denk maar aan de Brake Steer achteraan, een elektronisch systeem dat bij het uitgaan van een bocht lichtjes de binnenkant van het wiel afremt om bij hoge snelheden onderstuur te voorkomen en het sturen door korte bochten makkelijker te maken. De MP4-12C blijft dus perfect in lijn met het traject dat we als chauffeur willen volgen. En dan is er de ophanging - die voldoende comfortabel moest zijn om lange ritten zonder hulp van de neurochirurg mogelijk te maken. Het ProActive Chassis Control (MPCC) beschikt niet over twee anti-rolstangen zoals gebruikelijk is maar over adaptieve dempers met een hydraulisch circuit van communicerende vaten tussen links en rechts en voor en achter. Op die manier creëerden de ingenieurs eigenlijk vier gestuurde weerstanden in plaats van twee vaste. Het resultaat is dat in comfortstand de ophanging het comfort biedt van een berline met luchtvering (weliswaar met een kleine veerweg), terwijl in track-modus elke neiging van het koetswerk om te gaan rollen wordt uitgesloten. De efficiëntie op circuit overtuigde al, en op de openbare weg blijkt hij algauw makkelijk in gebruik. Over de zichtbaarheid rondom is goed nagedacht bijvoorbeeld. Maar even het beest uithangen kan natuurlijk ook. Je kan rubber achterlaten op het asfalt als je dat echt wil. Geen mens die de McLaren dagdagelijk zal rijden zoals wij hem aan het testen waren, dus we beperken ons tot het citeren van het opgegeven verbruiksgemiddelde - 11,7l/100km (CO2: 279gr/km).