De drieliter zes-in-lijn met twinscroll-turbo wekt zo maar even 320pk en 450Nm trekkracht op. En dat terwijl de 335i bijvoorbeeld op 306pk en 400Nm blijft steken. En de aandrijflijn van deze net-niet-1-M omvat ook nog eens een fonkelnieuwe achttrapsautomaat met geïntegreerd start/stopsysteem. Dat er een begrenzer aan te pas komt om het ding bij 250km/u te beteugelen zie je zo. De sprinttijd van 4,9 seconden is ronduit indrukwekkend terwijl het opgegeven verbruik van 7,5l/100km en de CO2 van 175gr/km goed meevallen. Zelf schakelen (met een ZF-zesbak met kortere verhoudingen) kost je in de sprint 2 tienden extra, en elke 100km een halve liter kostbaar vocht (188gr/km/CO2).
Het onderstel is vanzelfsprekend ook onder handen genomen. Zo ligt het 1cm dichter bij het asfalt en zijn de veren, dempers, stabilisatorstangen en polyurethaan eindelooprubbers aangepast. En dat allemaal om een dynamischer rijbeleving mogelijk te maken. Genoeg om ons te doen watertanden, zeker met de regelrechte pretauto die de 1 M Coupé (wél een echte M, nvdr) was in het achterhoofd. En het dient gezegd dat de onderstelafstelling erg efficiënt is, terwijl je zowaar op een prettige soundtrack wordt getrakteerd als je de toeren naar het rood jaagt. De 1 M laat de snelheidswijzer in een rotvaart uitslaan naar snelheden die je in ons land je rijbewijs kosten, dus wie daar de kick uit haalt, mag zich in de handen wrijven. Wij zoeken bij voorkeur naar een auto die onze zinnen prikkelt, ook als het niet zo hard moet gaan. De 1 M Coupé deed dat met brio... maar deze 135i is niet zo'n speelvogel.
De ingenieurs vonden het zowaar nodig om op de voorwielen rubbers te leggen die 2cm smaller zijn dan die op de achtertrein waardoor de 1 in snel genomen bochten hopeloos op de neus gaat schuiven, als was het een ordinaire boodschappenauto. Voorspelbaarheid über alles, nochtans kunnen dankzij stabiliteitscontrole in deze tijden perfect van de twee walletjes eten. En het is niet de enige doorn in ons oog: dan is er ook nog de elektrische stuurbekrachtiging. Een manier om daarin stuurgevoel te krijgen, hebben de bollebozen nog steeds niet gevonden. En ook een goede centreerfunctie kan je nog op je buik schrijven, wat best irritant is. En tot overmaat van ramp monteert BMW dan ook nog standaard de variabele overbrengingsfunctie - terwijl we van mening zijn dat je die nét niet wil als je sportief door het verkeer wil. Dan wil je net dat de stuurhoek altijd gelijk is. Zo weet je tenminste wat je mag verwachten.
Neen, speels zullen we de net-niet-1-M dus niet noemen. Snel en efficiënt wel, en omdat de ingenieurs in hun jeugd wat te veel tijd hebben doorgebracht achter de playstation is het ook allemaal een tikkeltje artificieel. Nochtans kan je op basis van de objectieve criteria (die door de ontwikkelingsafdeling van BMW ook steevast worden gemeten en in mooie grafiekjes worden gegoten) niet stellen dat er iets mis is. Grip op niveau, flitsende acceleraties, een scherpe reactie op stuurbewegingen... de Duitsers scoren op al wat meetbaar is. En de zelf schakelende achtversnellingsbak is ronduit schitteren, vooral als je de neiging kan onderdrukken om met de schakellepels aan het stuurwiel te spelen en het ding gewoon laat doen.