Wie ondanks de zweepslagen die de regering oplegt voor benzineslorpende rijbolide toch nog zin heeft in een stevige portie Amerikaanse spieren, heeft de keuze uit de drie eeuwige rivalen. Het zijn de Ford Mustang, Dodge Challenger en Chevrolet Camaro. Alleen die laatste is in ons land via het officiële dealernet te koop - de andere kan je bij ‘grijze' importeurs op de kop tikken. Dat zorgt voor nogal wat prijsvariatie. Niet bij de Camaro, die er in deze Coupé-uitvoering al is vanaf € 39.500. Gezien de dikke 6.2l V8 met 426pk en 469Nm trekkracht onder de kap een regelrecht koopje. Op vlak van veiligheid moet je niet eens veel concessies doen: 6 airbags, ABS, stabiliteitscontrole en Isofix bevestigingspunten voor kinderzitjes bevestigen dat Chevrolet z'n huiswerk heeft gemaakt. Alleen de kopsteunen achteraan zijn ze vergeten.
De sprinttijd naar 100km/u neemt amper 5,2 tellen in beslag. Als je tenminste snel genoeg van verzet kan wisselen want de handbediende zesbak is eerder zwaar en log. Erg nauwkeurig is de besturing evenmin. Nochtans is de achtertrein dankzij een volledig onafhankelijke ophanging en een limited slipdifferentieel meer gedisciplineerd dan die van de voornoemde concurrenten. Maar het blijft een beetje een dobermann met een muilkorf - en zo klinkt hij eigenlijk ook. De ruige keelklank is onmiskenbaar aanwezig, zij het gedempt. De mix van dat alles is zowat te vergelijken met een goed gemaakte hamburger. Niet gesofisticeerd, wel smakelijk.
Minder appetijtelijke kanten heeft de Camaro ook. Je kan bezwaarlijk klagen over de dorst van de krachtbron (die gauw richting 20l/100km gaat) maar de materiaalkeuze aan de binnenzijde valt toch te vaak richting hard plastic uit. Voor die prijs kan je niet alles willen.