Kia is met drie modellen in het B-segment vertegenwoordigd: de excentrieke Soul, de compacte monovolume Venga en deze wat traditionelere Rio. Leverbaar met drie of vijf deuren, kan worden uitgerust met een 1.2 of 1.4 op benzine en een 1.4 diesel, maar ook met een drie cilinders tellend 1.1 oliestokertje dat erin slaagt de Koreaan in zijn meest elementaire uitvoering gemiddeld over honderd kilometer amper 3,2 liter te laten drinken. Waardoor de Kia pronkt met een uiterst lage CO2 emissie van 85g/km. Wij lieten deze veelbelovende krachtbron monteren in een vijfdeurs Sense met alle toeters en bellen, en waren benieuwd of deze herboren Rio de gevraagde € 19.790 waard was.
Langs de buitenkant bestaat daar alvast weinig twijfel over, want Kia leverde een koetswerk af dat vanuit elk zichtpunt ‘klopt'. De typische familiesnoet, de dynamische flanken en zelfs het kloeke achterwerk ogen niet alleen westers en modern, maar werden ook gezegend met de juiste proporties en zijn wars van overdadige accenten. Ook binnenin overtuigt de gehanteerde aankleding met zijn soberheid, ergonomie en materiaalkeuze, die eigenlijk niet hoeft onder te doen voor concurrenten uit de Heimat. Iedereen zit betrekkelijk ruim, de afstelmogelijkheden zijn adequaat en de koffer is verrassend praktisch. Maar bovenal heeft de auto massa: zowel in de voortreffelijke demping van het geluid, de goede filtering van oneffenheden als de interactie met de bedieningsinstrumenten, voelt de Rio veel voller en groter aan dan hij is. En dat is een compliment.
De Rio stijgt in achting, maar ook in prijs. Niet verwaarloosbaar is het feit dat het merk ook 7 jaar (overdraagbare) fabrieksgarantie aanbiedt, maar toch. De basisversies zijn eerder schaars aangekleed, zo moet je al in het derde (en voorlaatste) niveau gaan winkelen vooraleer klimaatregeling standaard wordt voorzien. Daarbij komt dat de Rio zijn beloofde zuinigheid niet kan waarmaken: schommelt het gemiddelde nog rond de vijf liter als je binnen de agglomeratie blijft, dan klimt het richting 5,6 eens de autostrade wordt betreden. Maar het driepittertje klinkt wel aardig en doet zijn werk behoorlijk goed, zo goed zelfs dat hij ons liet vergeten dat hij maar liefst zestien seconden nodig had om de Rio naar de honderd op de tellernaald te brengen. Het blokje is anderzijds krachtig genoeg bij lagere snelheden, het gebied waarin de Rio het meest zal worden ingezet. Het samenspel tussen onderstel en krachtverwekker komt dan ook erg harmonieus over, zoals de hele auto eigenlijk. Foto's vind je hier.