Met de GT86 heeft Toyota een winnaar in handen. Misschien zonder records te breken, of zelfs zonder de snelste van de klas te zijn, maar wel als algemene acceptatie in rekening wordt gebracht. Het model moet een nieuw tijdperk van betaalbare sportcoupés inleiden, waarbij rijplezier meer dan ooit op de eerste plaats komt te staan. Na een eerste circuittest, laten we deze Toyota met ons eigenste weggennet kennismaken.
Het scherp gelijnde exterieurontwerp kreeg navolging binnenin. Het ruimteaanbod valt beter mee dan gedacht -zonder naar eufemismen over te schakelen- en de rood-zwarte bekleding komt net niet kitscherig over. Alles kon, alles mocht, en Toyota heeft daar vruchtbaar gebruik van gemaakt. En maar goed ook, want dit is de spannendste vierwieler (buiten én binnen) die we de laatste jaren van hen te zien kregen. Zonder dat we alle materiaalkeuzes de hemel inprijzen. Of de achterbank benutten, dat spreekt.
De krachtbron, een van een nieuwe cilinderkop voorziene 2,0l boxermotor van Subaru, stuurt 200pk en 205Nm naar de achterwielen. In ons geval via een automatische zesversnellingsbak. Alweer van die andere partij overigens, en bedienbaar met meedraaiende schakkelflippers achter het stuur. Deze versie kost € 1.500 meer dan de manueel geschakelde GT86 (€ 31.690), maar kan overtuigen door z'n lagere verbruiks- en emissiecijfers. Als het op cijfermateriaal aankomt, bij hernemingen bijvoorbeeld, kan deze Japanner slechts matig scoren. Maar het karakteristieke, ronduit plezierige weggedrag maakt zowat alles goed. Al zou een snellere variant niet ongelegen komen. De foto's kan je hier bekijken.