Skoda wil tegen 2018 jaarlijks anderhalf miljoen auto's slijten, en de VW-dochter zal dat voor een significant deel proberen waar te maken middels de Rapid, model nummer zeven en een beetje een segment op zich, afhankelijk van de redenering. De koets is weliswaar korter dan de Octavia, maar het verschil met de kleinere Fabia is een pak opvallender. En daar wringt het schoentje misschien, want de de Rapid kampt met een identiteitscrisis. Kleine sedans hebben het in onze streken nooit fantastisch gedaan, die richten hun peilen meestal op de Braziliaanse of Chinese markt.

De Tsjech gaat een oversteek naar de Verenigde Staten niet riskeren. Er is daar immers geen markt voor en het ontwerp is ook niet bepaald bloedstollend. De kenmerkende vormgeving laat dan weer een royale binnenruimte toe gezien de relatief beperkte exterieurafmetingen, met een nette boordplank voor de neus en voldoende plaats voor hoofd en benen. Achteraan hetzelfde liedje; plaats genoeg voor 2 volwassen mannen, verscheidene opbergmogelijkheden (bekerhouders!) en een koffer die 550 liter slikt. Met de tweedelige achterbank neer kom je zelfs tot 1.490 liter. Mooie cijfers.

Zoals geanticipeerd rijdt de Rapid zoals een hedendaags VW-product hoort te rijden. Voor de rest geen speelsheid of sportiviteit te bespeuren; een saaie leerling die z'n huiswerk maakt. Efficiënt is 'ie dan weer wel. Onze testwagen is uitgerust met een 1.6 TDI, zo'n 105pk sterk en de potigste van de bende. Met een koppelpiek van 250Nm geldt hij alweer als beste van de klas, dat met een testverbruik beneden 5l/100km. Voor de commercialisering is het nog wachten tot november van dit jaar, met startprijzen van om en bij € 15.000. Bekijk alvast onze knappe fotospecial.