Je bent gevallen voor het delicate lijnenspel van Audi's knapste coupé, de A5. Vier ringen, vier stoelen; sportiever gepend dan de A4 en niet zo plechtig als een A6: wel meer mensen lusten er begrijpelijkerwijs pap van. En kijk, er kan wat vanaf deze keer. Dus je laat de 'kleine' diesels links liggen om voluit te gaan voor de dikste benzinemotor die het merk in de aanbieding heeft. Maar eens je de technische fiche raadpleegt, knap je wat af op het vermogen van 'ocharme' 272pk waarmee de 3.0 TFSI V6 wordt verondersteld de vier aangedreven wielen draaiende te houden. Moet je daarmee die BMW 335i xDrive van je collega, of erger nog, de bepaald niet minderbedeelde hot hatches van de buurtjongens achter je laten? Een beetje reserve inbouwen is misschien geen slecht idee.
Ingolstadt heeft weliswaar het leven geschonken aan de RS5 voor wie niet snel tevreden is. Dat is een monsterlijk sterke coupé die als sporthart een 4,2 liter groot V8 blok heeft meegekregen. Maar die kost al gauw dik 83.000 zuurverdiende euro's, en heb je het optieboek nog niet eens opengetrokken ... Met zo'n prijskaartje zit je al te hengelen in een vijver waar nog exotischer vissen binnen bereik komen, en dat weet Audi natuurlijk ook. Het merk heeft daarom gelukkig nog een 'tussenmaatje' in de aanbieding, in de vorm van de S5. En die testen we vandaag.
