Zoals gesteld ontsproot de Murano - vernoemd naar een Venetiaans eilandengroepje, waar handige Italianen horden toeristen bezig houden met het ambachtelijk blazen van glaswerk - uit ijverig schetswerk op de Californische tekentafels van Nissan Design America. Net als bij de BMW X5, een tijdsgenoot van de Murano trouwens, wilden de ontwerpers vooral niet overdrijven in het aanbrengen van terreinwaardig-suggestieve karaktertrekjes in het koetswerk. Om de heel eenvoudige reden dat de Murano - net als die X5 - helemaal niet gemaakt is voor het vuilere werk, en daar ook gerust voor wil uitkomen. De crossover wil dan weer wel excelleren als een snel, hoogpotig en bovengemiddeld comfortabel stel wielen voor aktieve gebruikers. Soccer mom zei daar iemand? Tja.
Hoe dan ook, de eerste generatie Murano was helemaal anders en bleek vooral een veel elegantere verschijning te zijn dan het gros van de grote, logge suv's van die tijd. In 2008 werd generatie twee geboren en sindsdien gaat het er allemaal wat golvender en glooiender aan toe, maar nog steeds wordt de koets duidelijk opgedeeld in een krachtig uitgewerkte onderhelft en een lichtvoetigere bovenkant. Voortaan meet de Murano 4,86m bij 1,89m en reikt het dak tot op een hoge 1,72m boven de grond.
Zelfs met de knappe twintigduimers die de wielkasten in de uithoeken niet eens echt lijken te vullen, komt de 1,9 ton wegende Nissan elegant en gretig voor de dag. Eind 2011 voerde het merk wat aanpassingen door, die de crossover nog wat moesten verfijnen. Het stelt allemaal weinig voor: achterste lichtblokken die meer aanleunen bij die van de Qashqai, twee nieuwe lakkleurtjes en andere velgen - maar goed, ook het pre-facelift model is zo'n zeldzame verschijning dat dit niets afdoet aan de houdbaarheidsdatum van het ontwerp. Met andere woorden: facelift of niet, opvallen doe je toch. In de goede zin, als je het ons vraagt.