Ford lepelt een tweeliter turbomotor tussen de voorwielen. Met 250pk en 360Nm geeft die de aangedreven voortrein behoorlijk wat werk te verzetten. Hij sleurt de anderhalve ton zware vijfdeurs naar 100 in een indrukwekkende tijd van 6,5 tellen en moet op topsnelheid slechts op enkele kilometers na de 250 laten gaan. Bovendien toont de motor zich erg elastisch en is trekkracht met een minimaal turbogat beschikbaar zolang de toerenteller iets tussen 2.000 en 5.000 omwentelingen aanwijst. Het met 10% toegenomen vermogen gaat hand in hand met een verbruik dat met 20% teruggedrongen is. Het gemiddelde bedraagt nu 7,2l/100km, wat met een CO2 uitstoot van 169gr/km overeen stemt. In het segment van de pittig gekruide gezinsbolides vind je niet beter.
Ook Ford heeft de omschakeling naar een elektromechanisch bekrachtigde stuurinrichting gemaakt. De ST heeft recht op een specifieke afstelling en een variabele overbrengingsverhouding. Dat natuurlijk laten aanvoelen is een heuse klus - en ze zijn er ook nog in geslaagd. De ingenieur beweert ook dat het stuurgevoel aanwezig is, maar dat is klinkklare onzin. Je voelt in het stuurtje nog steeds niets, en dat is in dit soort wagens duidelijk een handicap. En nu we toch bezig zijn - de ganse rijbeleving heeft wat van een playstation. Het geluid in de cabine klinkt wel goed, maar is elektronisch gestuurd, waardoor het nogal aan/af is. In de bochten wordt het wiel aan de binnenkant afgeremd om het onderstuur af te schaven (ook Ford weerstaat niet aan de verleiding om die uitbreiding op de stabiliteitscontrole om te dopen tot ‘elektronisch sperdifferentieel') en alsof dat allemaal nog niet genoeg is, stuurt de Focus ST zelf bij om de auto op koers te houden als een oneffen ondergrond of een koppelreactie in het stuurwiel een koerscorrectie zou vergen.
De nieuwe ST sturen is dus duidelijk iets waarbij je als bestuurder minder betrokken wordt dan bij z'n voorganger. Dat betekent onherroepelijk dat hij ook wat saaier is. Dat gezegd zijnde: het resultaat is best geslaagd en de ST toont zich met al die filterende eigenschappen een auto die enerzijds met groot gemak oerend hard te rijden valt en anderzijds in normale omstandigheden net zo dociel is als eender welke andere Focus. En dan hebben we het nog niet over de ophanging gehad. Die legt de koets 10mm dichter tegen het asfalt en springt dus ook wat kariger om met de veerweg. En toch is hij opvallend comfortabel in de meeste omstandigheden en is ‘kordaat' zo ver als het humeur reikt wanneer de ondergrond het mechanisme op de proef stelt.