Wat de Aygo, en bij uitbreiding natuurlijk ook de 107 en de C1 die bij Peugeot respectievelijk Citroën op de loonlijst staan, wél op hun merites mogen schrijven is dat ze in het A-segment erin slagen twee volwassenen voorin behoorlijk te kunnen zetelen. Daarbij nog een zweempje hoop overlatend dat je ook op de achterbank iemand kwijt kan ... als het echt, écht moet. Maar wat wil je, met een lengte van amper 3,43m en een wielbasis van slechts 2,34m kan je misschien wel goochelen, maar niet toveren. Een vijfdeurs is beschikbaar, maar die is geen centimeter ruimer dan de versie met drie portieren. Korte overhangen zijn obligate kost in dit segment: de achtertrein lijkt meer achter dan onder de kont te staan. Het pas allemaal in Toyota's visie op compactheid, net als de geringe draaicirkel die amper 4,73m bedraagt.
Met de facelift kon ook Toyota's op één na kleinste niet ontkomen aan de Under Priority tekentaal die het bedrijf door al zijn produkten plant te roeren. Met die slagzin willen de Japanners ons vertellen dat door nadrukkelijk de aandacht te trekken naar de onderkant van de wagen, die als vanzelf wat breder en assertiever op z'n vier rubbers komt te staan. Wat heet een beetje peper toevoegen aan het anders zo saaie bedrijfsimago; iets waartegen we weinig in willen brengen. Om dit effect te bekomen kreeg de Aygo een nieuwe voorkant, met een bredere en lager geplaatste grille, een wijdere voorbumper en ingewerkte mistlichten. Het gapend luchtrooster staat onder een veel vriendelijker getekende bovenste luchtsleuf, die het bedrijfslogo huisvest, met daarboven een ietwat bollere motorkap. Het resultaat ziet er best in orde uit en in geen geval gedateerd. Of het echt assertief, laat staan vernieuwend oogt, is weer iets anders.