Als we bij Toyota de Aygo oppikken, moeten we eerst even heel goed kijken om te zien waar die facelift, die z'n wereldpremière begin dit jaar op ons eigenste autosalon van Brussel beleefde, nu alweer over ging. Een grotere luchthapper onderaan. Een bollere motorkap. Hier een streepje. Daar een trekje. Niet zo heel erg veel eigenlijk, net zoals bij de Peugeot 107 en de Citroën C1 bleven de aanpassingen beperkt. Maar hoeven de wijzigingen zoveel anders te zijn, als de basis goed is? Tuurlijk niet. Daarom keken we even na hoe het zat, met die basis.
Mechanisch zit alles nog altijd snor. Letterlijk dan, want de litergrote driepitter klinkt nog altijd heel apart - en als je het ons vraagt, ook best leuk. Ondanks een maximaal vermogen van 68pk trekt die het pluimgewicht die de Aygo is prima door de verkeersdrukte, zelfs tot een stuk boven de toegelaten snelheden. Ook het onderstel blijft in de pas; al betaal je voor die kunde op de autosnelweg ook een prijs. De demping staat te hard voor de grillige stedelijke ondergrond en mocht zeker een stuk comfortabeler. Net als het interieur, dat weliswaar voldoende ruim is vooraan, maar niet uitblinkt wat het zitcomfort betreft of bestuurdersondersteuning aan boord. Ook niet optioneel trouwens, en dat is een gemiste kans.
Onze Orange Spice komt in de speciale versie Tobasco Red, waarop alle toeters en bellen die de invoerder ter beschikking heeft worden gemonteerd. Op gordijnairbags en stabiliteitscontrole na, daarvoor moet je bijbetalen. Eigenlijk is de basisuitrusting in die topversie nog altijd eerder karig. Toch voor een € 11.615 kostend karretje van amper 3,4m lang. Manuele klimaatregeling en een radio/cd met bluetooth en iPod connectiviteit zijn zowat de enige dingen die uit de band springen. Als Active verkoopt Toyota de Aygo vanaf € 9.490, maar buiten twee plofkussens en een rudimentaire radio moet je dan niet rekenen op enig modern comfort. Wel heb je altijd recht op een echt reservewiel en vijf jaar garantie ... alsof je die bij Toyota nodig zou hebben.