Audi is er wederom in geslaagd om de nochtans 1,8 ton wegende, knap 5 meter lange break behoorlijk elegant aan te kleden. We kunnen dan wel met z'n allen blijven sakkeren op de éénvormigheid van de modellijn, je kan moeilijk ontkennen dat Audi de zaakjes prima voor mekaar heeft. Niet alleen esthetisch overigens; ook bouwtechnisch gaat die vlieger op. Alle koetswerkpanelen sluiten netjes op elkaar aan, met naden die overal mooi even breed zijn. Degelijkheid straalt vanuit elke hoek van het koetswerk af. De massieve neus is karakteristiek agressief getekend, met spitse lichtblokken die vanonder de imposante motorkap z'n voorligger viseren alsof die iets van hem aan heeft. Oogt de 1,87m brede Avant nog een beetje zwaar in de voorhand, dan trekken de lijnen in de flanken de voornamelijk uit aluminium opgetrokken koets weer helemaal slank.
Als we de verkoop in België beschouwen, gaat de Avant met ietsje meer dan de helft van de orders lopen. Niet verwonderlijk: net zoals bij de vorige generatie, "pakt" de Avant een stuk beter op de gevoelige plaat dan de sedan. Het zit hem allemaal in de staart: de daklijn die wat verder doorloopt benadrukt de kolossaalheid van de koets. Zelfs met de sportief - of schuin, dat is in wezen hetzelfde - aflopende kofferlijn, blijft het volume van de koffer met 565 liter bijzonder ruim. Leg de achterbank neer en je krijgt tot 1.680 liter kwijt. Nog niet genoeg? Dan wordt het tijd om een bestelbusje te overwegen. Sportieve geesten vinken het S-Line pakket aan, dat voor € 5.760 eigenlijk niet zo heel veel toevoegt aan de buitenkant. Kloeke negentienduimers en een met 30mm verlaagd sportonderstel volstaan om de A6 Avant net dat tikkeltje meer présence te geven; al de rest van het budget gaat naar frivoliteiten in het interieur.