In een segment waarin constructeurs erg veel moeite doen om hun halfhoge asfaltvreters gespierd en aerodynamisch te laten overkomen en daarvoor hun toevlucht zoeken in wulpse lijnen en rondingen, is de GLK eigenlijk een buitenbeentje. Hij is hoekig, erg geometrisch en onderscheidt zich daardoor van de massa. De stijgende productiecijfers laten ook vermoeden dat de GLK goed gewapend is tegen de tand des tijds. Erg veel verschil met de versie van voor de opfrisbeurt is er dan ook niet. Natuurlijk zijn er nieuwe velgen - geen facelift is compleet zonder, maar voorts zijn het in profiel alleen de hertekende dakbeugels die het model verraden.
Aan de voorzijde is er meer aan de hand. Vroeger had je de keuze uit twee bumpers, waarvan er één was aangepast voor offroadgebruik. Voortaan heeft elke GLK hetzelfde stootschild. Erboven zit nu ook steeds dezelfde grille met zilveren lamellen, al kan je wel bijbetalen als je daar ook nog een chroomrandje in wil. De contouren van de lichtunits bleven dezelfde maar samen met de (verplichte) introductie van LED-dagrijlichten, wijzigt ook de invulling. Achteraan, ten slotte, is het voornaamste wapenfeit de nieuwe bumpervorm. Die is een tikkeltje breder en z'n horizontale lijnen benadrukken de breedte van de GLK. Het cijfer dat daarbij hoort is overigens 1,84m. Wie ook lengte en hoogte wil nameten noteert daarvoor 5,54 en 1,67m.