Blauw is het nieuwe groen en Toyota bombardeert zich niet tot uitzondering op de die regel. De tint is niet alleen terug te vinden in de gedrukte ‘gloed' rond het merklogo op de neus, maar ongeveer overal waar je je blik in het interieur laat rusten. De nog steeds duidelijk afleesbare wijzers zijn in een wit-blauw combinatie en het stiksel in stuurwiel en portieren voorziet eveneens accenten in die kleur. En dan is het nog het pookje van de versnellingshendel, waar de Japanners wat steken mee laten vallen. Het hologram dat de pook siert oogt ronduit goedkoop en het erg ouderwetse schakelpatroon onderaan de lange versnellingshendel doet dat ook. Een kleine valse noot in een interieur dat voor de rest harmonieus overkomt, ook al zijn er concurrenten die op vlak van materiaalkeuze overtuigender voor de dag komen. In tegenstelling tot een eerdere test (waar we drie wagens voor gebruikten) sluit het handschoenvakje hier wel goed aan. Toyota heeft dat probleem blijkbaar aangepakt.
Helemaal standaard moet je het zonder radio stellen. Stip je de optie aan, dan kan je een systeem met aanraakgevoelig scherm krijgen en dat is dit segment nog steeds een uitzondering. De kofferklep begint amper 66cm van de grond en erachter schuilt 286l laadvolume. Dat is exact even veel als bij de niet-hybrideversies. De technologie heeft ook geen invloed op de neerklapbare achterbank die zich onveranderd in twee ongelijke delen omgooit tot maximaal 768l stouwcapaciteit voorradig is.