In de vorige rubriek haalden we het al aan: ook de uitvoering met CVT bak heeft, net zoals alle XV's trouwens, altijd recht op vierwielaandrijving. Zelfs op de Japanse thuismarkt, waar 2WD versies wél in de Impreza cataloog voorkomen, kiest meer dan 60% voor een vierwieltrekker. Het blijft een uniek verkoopsvoorstel dat het merk terecht blijft koesteren. En toch: tenzij het een dagje goed doorsneeuwt of de hemelsluizen weer eens overlopen, heb je er in alledaagse omstandigheden niet zo heel veel aan in ons Belgenland. Of je moet de XV flink de sporen willen geven, want dan komt het op de vier wielen onafhankelijk opgehangen onderstel pas helemaal tot zijn recht. Grip lijkt de XV nooit echt te verliezen, hoe zeer je de ideale rijlijn ook tormenteert. Zelfs al schuivend blijft de Sub voorspelbaar en controleerbaar. De goed gedoseerde, precieze en natuurlijk weerstand biedende elektrische stuurbekrachtiging ontneemt bovendien niets van onze XV's aangeboren wil om onverwijld te draaien. Zo hebben we ze graag.
Minder te spreken zijn we over de CVT zelf. Goed, hij doet discreet zijn ding en het verbruik valt met een testgemiddelde van 8,6 liter per 100km zeker mee voor een AWD benzine SUV die leeg toch 1.380kg op de weegschaal brengt. Ook het typische CVT gejengel, waarbij het toerental de acceleratie niet lijkt te willen volgen, blijft gelukkig enigszins achterwege. Subaru verving de riem tussen de poelies door een ketting en kon daardoor langere overbrengingsverhoudingen hanteren. De continu variabele transmissie brengt de XV in 10,7 seconden van nul naar honderd km/u, en is daarmee amper twee tienden trager dan de handgeschakelde versie. Maar door de typisch lineaire acceleratie voelt hij helemaal niet zo snel aan. Ook de karakteristieke hoogtoerigheid van het ongeblazen boxerblok gaat erdoor verloren. Vooraleer de boxer boven de 4.500t/min wil klimmen - waar zijn koppel piekt - moeten we in dit volgebouwde land al lang weer op de rem. Zelfs bij het gebruik van de schakelflippers achter het stuur trouwens. Ze zijn dan ook totaal nutteloos en dragen niets bij tot het rijplezier. Maar er zijn, geïnformeerd door bovenstaande randfenomenen, wel degelijk goede redenen om voor de benzine CVT te kiezen. Hij is zoals besproken best zuinig, de CO2 uitstoot ligt met 153gr/km zelfs 7 eenheden lager dan de manuele versie. En in het dagdagelijks verkeer vormt het boxer-CVT paar een zeemzoet en meegaand koppel. Zolang het er dus niet sportief aan toe hoeft te gaan.
Wijk je van het begane pad af, dan dringt het professionele gereedschap uit Subaru's designconcept alweer onze gedachten binnen. Want zo goed en accuraat als het onderstel de asfaltbochten rondt, zo pleziert het ons met evenveel gemak op minder verdichte bodem. Het comfort aan boord blijft altijd gevrijwaard en de XV komt dankzij z'n riante bodemvrijheid van 22cm, de vierwielaandrijving en lage gearing in de CVT al een heel eind. De standaard gemonteerde "half-en-half" Yokohama Geolandar's doen ook hun duit in het zakje uiteraard. Niet dat je onvoorbereid de Sahara of de Schotse Highlands in moet duiken, maar wat spielerei in een wei, een aanhanger brandhout het bos uittrekken of een quad naar een uitdagend terrein verslepen zien we de XV allemaal probleemloos doen.