Subaru was duidelijk op dreef, want het heeft naast een toepasselijke merkslogan ook een naam bedacht voor z'n designconcept. "Protren" slaat immers niet op één of ander in een deeltjesversnelller ontdekt partikel, maar is een samentrekking van "Professional Tool" en "Trendy Design". Nu moeten de Japanners ook niet overdrijven, denken we zo. Professioneel gereedschap? Welja, de knaloranje kleur en het bonkige lijf zetten wel aan tot vergelijkingen met Zwitserse boomzagen, Amerikaanse grondverzetters en klopboormachines uit Lichtenstein. De XV oogt duidelijk stoer en vooral capabel. En ook best knap, al zou je hem - net als zonet vermelde attributen trouwens - nu niet meteen in je living willen uitstallen. Maar wel het beste plaatsje geven in je werkkamer. Zoals in de inleiding al werd aangegeven, is de XV in essentie een verhoogde en met beschermend plastiek aangeklede vijfdeurs Impreza. Niet elke hatchback komt ongestraft weg met zo'n anabolenkuur, maar de crossover staat dat beetje kunstmatig toegevoegde patserigheid wonderwel. En het wérkt, als je het ons vraagt, een pak beter dan bij de kudde SUV's die vooral erg bedreven zijn in het zwaarder lijken dan ze zijn.
Geen typische SUV dus, die XV, maar dat vormt helemaal geen probleem. De relatief lage daklijn (1,57m) en hoge bodemvrijheid (220mm) zorgen ervoor dat Subaru's 4,45m lange crossover een stuk compacter voor de dag komt dan hij binnenin blijkt te zijn. In de koffer met hoge laadvloer past 380 liter, met de achterzetels plat zelfs 1.270. Dat de XV door zijn lage zwaartepunt - vooral met dank aan de laag ingebouwde boxermotor uiteraard - ook vrij compact en gefocust rijdt, verklappen we bij deze alvast; ook van achter het stuurwiel geeft de Japanner een erg overzichtelijke, handelbare, zelfs kleine indruk. Parkeersensoren werden dan ook resoluut naar de optielijst verwezen, in elk uitrustingsniveau. Een set je voor en achter kost je apart telkens € 395. Niet nodig, dus niet verplicht. Zoals het altijd zou moeten zijn.