Wij hebben het in het geval van de B over een compacte monovolume, maar Mercedes spreekt liever van een Sports Tourer, naar analogie met de veel grotere - en duurdere - R. Dat schept verwachtingen, want editie één van de B klasse was niet meteen een referentie op het vlak van rijdynamiek. Om te beginnen laten de Duitsers de koets rusten op het modulaire Energy Space concept. Dat biedt voldoende inbouwruimte voor uiteenlopende alternatieve aandrijftechnieken: hybride, plug-in hybride, elektrisch, brandstofcel. En de middentunnel verraadt dat dit platform binnenkort nog tal van nieuwe modellen zal dragen: een BLK (mét 4Motion), een CLC 4-deurs coupé en wat nog meer. Dankzij het lagere zwaartepunt (-20mm) stuurt de B dan wel erg kort om de bocht, een precisie-instrument is de Mercedes vooralsnog niet geworden. Daarvoor is het elektromechanische stuur te onzeker en de weerstand te artificieel. Rond de rechtuitstand bij snelwegritten ervoeren we het ronde ding zelfs als eerder nerveus en bemoeiziek. Indien je voor het Sport pakket opteert, weet dan dat de met 15mm verlaagde en van specifieke dempers voorziene sportophanging die erbij hoort, de B ronduit hard maakt. Dat is nergens voor nodig denken we zo, zeker aangezien die ingreep mogelijk mee verantwoordelijk is voor de duidelijk hoorbare rolgeluiden die bij snelwegritten naar boven komen. Je kan evenwel opteren om net dit onderdeel kosteloos in te ruilen voor een comfortophanging. Doen.
Onder de kap van de in België geleverde wagens ligt in acht van de tien gevallen een diesel. Dat is nog steeds de in zowat alle modellen van het merk verkrijgbare OM651 motor, al werd het blok uiteraard nog maar eens bijgeschaafd en werd de longinhoud van 2,1 naar 1,8 liter teruggebracht. De B 180 CDI levert 109pk en de 200 CDI 136pk. De motoren worden gecombineerd met een handbediende zesbak of een zeventrapsautomaat met dubbele koppeling. Ook de twee beschikbare benzinemotoren doen het met vier cilinders en een turbo, maar houden het bij een volume van 1,6 liter.
De B 180 ontwikkelt 122pk, tegenover 156pk voor de B 200. Die laatste dreef onze testwagen aan, gekoppeld aan de manuele zesbak. Het gemiddeld normverbruik van 5,9 liter/100km kregen we nooit in het vizier, ook niet als we gedwee de aanmaningen van schakelindicator volgden. Die vond het bij 1.800 omwentelingen per minuut al tijd om op te schakelen, stel je voor. Nee, wij presteerden met enige moeite nipt 7 liter op honderd kilometer, maar rij je niet als pantoffel rond dat schurk je automatisch eerder tegen de acht liter aan. Ofschoon de vierpitter de B in 8,6 seconden van nul naar honderd moet kunnen stuwen, ervoeren wij de B 200 nooit als een overtuigend pittige krachtbron. Ten opzichte van bijvoorbeeld de zuinigere, gretigere en aangenaam klinkendere Ford 1.6 EcoBoost moet dit blok duidelijk het onderspit delven.