"Je kan er toch zowel gigantisch grote, als erg kleine bekers in kwijt? En blijven die niet verbazingwekkend goed op hun plaats zitten, hoe brutaal je ook de bocht door jaagt? Ja? Wel, wat is dan het probleem in godsnaam?!" We zien het zo voor ons. Hoe de wangen van de Japanse interieuringenieur langzaam roder en koortsiger kleuren. En hem de anders zo typerende zelfbeheersing ontglipt, als we hem confronteren met onze besognes. Functioneel is het interieur zonder twijfel, die kwaliteit staat bij het merk onveranderlijk bovenaan in het lastenboek. Maar het oogt allemaal zo fantasieloos. En esthetisch ondoordacht. Het geperforeerd leder in de portieren dat niet hetzelfde is als dat van de stoelen, de getextuurde plastieken inleg van de middenconsole die nergens anders wordt herhaald ... en dus ook die doffe bekerhouders, die niet alleen goedkoop ogen maar het allicht ook zijn. Al is er, toegegeven, wel verbetering merkbaar ten opzichte van de andere gammabroeders.
Van een schone tafel alleen kan je echter niet eten: nadat we bekomen zijn van ons esthetisch infarct, kunnen we overgaan tot de zaken die echt tellen. De zithouding bijvoorbeeld is geweldig. Met dank aan ruime, comfortabele kussens die steun bieden op precies die plaatsen waar je het nodig hebt, zonder dat je je gewikkeld in een dwangbuis waant. Het zitmeubilair heeft geen honderdtachtig knopjes nodig om in een mum van een tijd een nagenoeg perfecte rijpositie te vinden. Het prettig in de hand vallende stuurwiel gooit eveneens hoge ogen, en de uitstekende uitkijk over de omgeving roemden we al in het vorige hoofdstuk. En dan is er nog het beloofde ruimte-aanbod natuurlijk. Vooraan alvast geen reden tot klagen, maar die uitdaging spelen tegenwoordig zelfs de kleinste rakkertjes van het A-segment klaar. Het is de achterbank waar punten te rapen vallen, en dat zijn er in het geval van de XV behoorlijk veel. Hoofdruimte, beenruimte ... de Subaru heeft hier alles voor mekaar.
Hoewel Subaru functionaliteit steevast voor vormgeving neerpent in het prioriteitenlijstje, blijven er toch nog enkele akkefietjes terzake vermeldenswaardig. Het MFD (multi-function display) bovenop de boordplank toont allerlei onnodige, soms overdreven kleurrijke menu's en gebruikt daarbovenop vraagroepende schaalverdelingen: Het verbruik wordt zo afgebeeld op een schaal van 0 tot 40 liter per 100km, zodat je niet precies kan zien waar de waarde nu zit tussen de 0 en de 10, toch het gebied waarin we het meest zijn geïnteresseerd. De visualisatie van de g-krachten is in hetzelfde bedje ziek. Voor de optionele navigatie (€1.575) beroept het merk zich nog steeds op een inbouwexemplaar dat het in de dubbele DIN ruimte schuift, en dat ding is evenmin vrij van kritiek. De zichtbaarheid is niet je dat wanneer de zon eens wil binnenschijnen. De getoonde informatie oogt druk en soms zelfs wat chaotisch. Maar alles went uiteindelijk en werkt behoorlijk bovendien, dus echt klagen mogen we niet.