De Japanners zijn met de Outback (op basis van de Legacy) één van de grondleggers in het segment van de verhoogde, stoere breaks en bij de XV wordt uit hetzelfde vaatje getapt. Als basis wordt de immer op de vier wielen aangedreven Impreza genomen. Van de nieuwe, welteverstaan, en die is bij ons nog niet verkrijgbaar. De aanpassingen zijn evenwel beperkt en voorspelbaar: een grotere bodemvrijheid, identiek aan die van de Forester; zwart plastiek rond de wielkasten, wat beschermelementen rondom en dan hebben we het zo ongeveer wel gehad. Wat niet wil zeggen dat het resultaat niet lekker smaakt: die extra spiermassa staat het vijfdeurs hatchback koetswerk wonderwel. Binnenin blijft Subaru trouw aan zijn filosofie. Niet echt spannend wil dat zeggen, maar wél functioneel en goed gebouwd. Alles zit er op en aan en de meest interessante snufjes krijg je gewoon standaard. Het ruimte aanbod is onverwacht positief: niet alleen de 380 liter grote koffer draagt onze goedkeuring weg, ook alle vijf inzittenden genieten van ruimte zat op de goed steunende stoelen. Of hoe een passagier treffend het interieur omschreef: liever saai maar degelijk, dan origineel maar irritant in de dagelijkse omgang. Hoe zou die slagzin in het Japans luiden?
Onderhuids houdt het Japanse merk vast aan zijn sterke punten. Uiteraard zit de symmetrische, permanente vierwielaandrijving op alle uitvoeringen, en is elk wiel onafhankelijk opgehangen. Samen met het lage zwaartepunt - met dank aan de boxerdiesel - maakt dat van de XV een erg prettig sturende machine. We noteerden dat deze evenwel iets harder werd afgeveerd dan de Forester, wat niet echt had gehoeven. En dat externe geluiden minder effectief worden gefilterd dan in de laatstgenoemde. Al kan dat ook aan de gemonteerde "half-en-half" banden liggen: die verraden een beperkte terreincapaciteit. De vierwielaandrijving lijkt evenwel geen afbreuk te doen aan het gemiddeld gecombineerd verbruik: 5,6l/100km is wat Subaru opgeeft, een waarde die we erg dicht wisten te benaderen. En dat zonder start-stop of remregeneratie aan boord, dus is er zelfs nog ruimte voor progressie.
Als vanouds heeft Subaru's uitrustingspolitiek niet veel om het lijf: Drie uitrustingsniveau's en een achttal lijntjes op de optielijst. Dat betekent dat het meeste fraais al in de drie niveau's werd ondergebracht, maar ook dat een hoop zaken enkel gemonteerd worden als je tot in het respectievelijke niveau bent gestegen. We beginnen met de Intro, die met de 1.6 benzine voor € 21.490 de deur uit gaat. Geen kleine som om mee van start te gaan, maar in tegenstelling tot op de thuismarkt, levert Subaru de XV wel altijd met vierwielaandrijving. En gooit er in één beweging een forse standaarduitrusting tegenaan: Lichtmetalen velgen, klimaatregeling, mistlampen, alle veiligheidsvoorzieningen en ja, zelfs verwarmde voorzetels. In de Luxury trim komen daar nog een achteruitrijcamera, snelheidsregelaar, premium audiosysteem en een licht- en regensensor bij als voornaamste snufjes.
Onze Executive testwagen met de geblazen 2.0 diesel onder de kap is de meest compleet uitgeruste van de roedel, maar is dan ook al € 33.390 geprijsd. De lederen bekleding (€ 1.995) en het navigatiesysteem (€ 1.575) zijn dan wel inbegrepen, net als de (niet optioneel verkrijgbare) sleutelloze toegang en het schuifdak. Niet alle niveau's kunnen overigens met alle motoren worden besteld. Te onthouden: als instapper is de XV erg compleet uitgerust maar geen budgettair alternatief voor de op twee wielen aangedreven concurrenten. Vergelijk je echter appelen met appelen, dan mag onder soortgenoten de XV wat ons betreft als de beste belichaming van het concept SUV gekroond worden: een voertuig dat bruikbaarheid in de ruimste zin van het woord aan sportiviteit weet te koppelen, en al doende niet vervalt in een compromis zonder pointe. Opdracht geslaagd dus? We durven stellen van wel.