Dat Dacia z'n formule almaar verder verfijnt merk je net als bij de Duster ook duidelijk aan het interieur. Je kan er moeilijk omheen dat alle materialen harde kunststoffen zijn, maar als je het tegen z'n prijs afweegt kan je er moeilijk slecht over spreken. De materialen ogen immers robuust en degelijk en het bedrijf permitteerde zelfs links en rechts een spatje premium. Zo zijn er zilverkleurig omrande wijzerplaten en een glanzend zwart afgewerkte middenconsole voor de topversies. En de ergonomie is ook wat verbeterd, al is er met de andere Dacia's eigenlijk ook weinig mis.
Waar je aan inboet zijn snufjes en regelmogelijkheden. Je kan dan wel zeven man aan boord schikken, maar hocus pocus doen met de stoelopstelling is er niet bij. De banken zitten vast. Ze zijn opklapbaar uiteraard, maar ze verschuiven of in de vloer laten verdwijnen is er niet bij. Heb je iets tegen plaats zes en zeven dan is je enige mogelijkheid om ze te verwijderen. De hoofdruimte op de derde zitrij is ronduit indrukwekkend en eigenlijk is de toegang kinderspel. De rijhouding vooraan is dan weer acceptabel zonder meer. Achter het op z'n Frans wat te horizontaal opgestelde stuurwiel zitten we goed, maar niet perfect. Je moet het tweede uitrustingsniveau kiezen om het cirkelvormige element voor je neus in de hoogte te kunnen verstellen en een diepteverstelling hoort nooit tot de mogelijkheden. De zetels ogen wat Spartaans en voelen eerder hard aan - ze leveren wel voldoende steun. Alleen de achterbanken zijn wel erg vlak en met een bochtenridder achter het stuur merk je dat.
De uitrusting beperkt zich tot de essentie en die aanpak blijven we verfrissend vinden. Wie op zoek gaat naar een panoramisch dak, volautomatische airco of een uitgebreide geluidsinstallatie is er aan voor de moeite. Maar het echt essentiële is er wel - op twee uitzonderingen na. Als het bedrijf ons helemaal tevreden wil stellen dan voegen ze een bagageafdekking (pas vanaf niveau 2) en buitentemperatuursensor toe aan de uitrustingslijst van alle versies.