Laat ons maar meteen met de deur in huis vallen: de demping is uitgesproken stug en dat merk je natuurlijk. De Roadster moest immers sportiever worden dan de alledaagse variant, die op zijn beurt ook al een ophanging heeft die op efficiëntie eerder dan comfort is ingesteld. Het resulteerde in een nerveus autootje die zelfs op kruissnelheid met zichzelf geen blijf weet. Hij laat zich wel met gemak manoeuvreren en kan goed met de stadsbaantjes om. De besturing is lineair en licht; Deze auto vereist geen krachtpatser aan het stuur.
Bij koudstart voert het dieselgekletter de boventoon, een eigenschap die niet helemaal rijmt met het karakter van de auto. De 2.0l turbodiesel ligt zwaar op de neus en genereert 143pk, aan 4.000t/min. Ruimschoot voldoende voor zo'n kleintje en de Roadster laat zich dan ook zonder veel moeite opzwepen.De trekkracht mag er zijn: 305Nm aan 1.750t/min. Bij 80km/u komt de achterspoiler piepen en je kan die ook -met behulp van een tuimelaar- bij mindere snelheden laten opveren. Kwestie van de achterligger al mentaal voor te bereiden, want natuurlijk voel je het verschil in neerwaartse druk niet bij legale snelheden. 100km/u bereik je in 8,1 seconden, volgens Mini althans, waarna de naald sprintjes trekt tussen 3.000 en 5.000tpm. Snel schakelen is dan de boodschap. En als je -afhankelijk van het terrein- je oren en botten echt de duivel wil aandoen: de top ligt op 212km/u.
En dan is er nog het verbruik. Wij reden een gemiddelde van 5,5l/100km bijeen -occasioneel met de sportknop ingedrukt- en pompten daarbij in principe slechts 118g/km CO2 de lucht in.