Hij zat eraan te komen, die Mini Roadster. Dat betekent in de strikte zin van het woord dat het een tweezitter is met een niet permanente dakconstructie. Die vakjes kan je alvast aanstippen, al dient gezegd dat de dieselmotor en voorwielaandrijving niet meteen kenmerken zijn die je in de volksmond met de terminologie associeert. En deze Mini heeft ze allebei. Maar rijplezier, dat is wél een ingrediënt waar de roadster kaas van gegeten heeft. En Mini pakt steevast uit met prettig sturende karretjes.
Wat BMW's hippe dochtermerk ook uitstekend doet, is gaatjes vullen. Na de conventionele driedeurs, de Clubman, de reguliere Cabrio en de recent gelanceerde Countryman stond de teller al vier versies. De Coupé met vast dak en deze Roadster met wegklapbaar dak zetten de teller op zes en we zijn nog niet rond...
Je kan de SD bestellen met 136 of 143pk. Onze grijsgroene testwagen -eentje met 143pk- geeft meteen een hippe indruk. En dat betekent meestal ook duur. Onze SD "snelle diesel" Roadster gaat de deur uit voor € 36.650, opties inbegrepen. Voor de basisversie moet je € 29.250 tellen - bijna € 1.000 goedkoper dan de gelijkgestelde Cabrio. De minst dure tweezitter, eentje met een 1.6l benzinemotor en 116pk sterk, kost € 22.950. Niet overdreven, maar ook niet goedkoop. En voor € 850 meer heb je een Mazda MX-5 met 12pk extra. Stof tot nadenken.