De dieselende Cooper S is er nu ook als Roadster. Dat wil zeggen: 2 (mini)plaatsen minder, een kleinere voorruit en een langere kont. Het resultaat lijkt meteen geslaagd - deze Mini ziet er gelikt uit en al zeker met de kap neer. Ondanks z'n grotere koffer wint de Cabrio nog steeds als het om totale stockeerruimte gaat - met de achterzitjes neergeklapt dus. De Roadster spant de kroon in de normale configuratie met 240 liter. Bijna een verdubbeling.
Binnenin is de aankleding van groot belang. Er is dan ook een ruim aanbod aan meters, schakelaars en knopjes - en dan nog het liefst verspreid. De grote snelheidsmeter in het midden is eerder een stijlkenmerk dan een handig item. Daarom staat de snelheid ook nog eens digitaal voor je neus. Radio-, navigatie- en andere functies zijn goed weergegeven, al is het soms wel zoeken naar het juiste knopje. Het zitmeubilair mag gerust beschikken over een langer zitvlak en wat meer zijdelingse steun leveren.
Over de rit zijn we verdeeld. De SD is relatief snel, verbruikt weinig, gaat overtuigd door de bocht en laat zich gemakkelijk besturen. Maar de door Mini gekozen afstelling van het onderstel past eerder bij een biljartvlak circuit dan een gehavend wegdek. En de Roadster reageert rond de rechtuitstand ook best nerveus op stuurinput. Op dezelfde zijde van de balans zetten we aanwezigheid van windgeluiden - die zijn ook hoorbaar met de kap dicht. De SD Roadster is beschikbaar met een 2.0 turbodieselmotor van 136pk of, zoals bij ons testexemplaar, 143pk. Optrekken naar 100km/u neemt 8 seconden in beslag en de topsnelheid bedraagt 212km/u. Koppel heeft hij voldoende, 305Nm vanaf 1.750 toeren, waardoor hernemingen op de snelweg geen moeite kosten. Deze smakelijk uitgeruste sportieveling mocht wel wat minder wegen, met 1.275kg op de weegschaal is hij dan ook geen lichtgewicht in zijn klasse. Hij is te koop vanaf € 22.950, voor een standaard 1.6 benzine. Een SD Cabrio kost minstens € 30.200, bijna € 1.000 meer dan de SD Roadster.