Eigenlijk doen autoconstructeurs het altijd: een bijzonder hippe en trendy concept car neerzetten en dan finaal een productieversie op de markt brengen die naast toegankelijk en praktisch ook meteen een pak minder gewaagd en origineel is. Citroën heeft er met de DS-Reeks verandering in gebracht. En er ook meteen mee in de roos geschoten. Met de DS5 kregen we voor de derde keer in even veel jaar een geboortekaartje in de bus. En toch wordt het patroon doorbroken. Terwijl de DS3 gebaseerd is op de C3 en de DS4 gebaseerd is op de C4, is deze DS5 eigenlijk gerelateerd aan de C4 Picasso.
Dat Citroën zelf ook dolenthousiast is over de ganse DS-Reeks heeft veel te maken met de bedragen waarvoor ze van eigenaar wisselen. Dat ligt immers steeds hoger dan het donormodel. Wat extra stijl krijg je nu eenmaal niet cadeau. Dus is het de hoogste tijd dat we het eens over de prijs van de DS5 hebben. Die staat immers in de catalogus vanaf € 30.185. Een aanzienlijk verschil met de C5 die minimaal € 18.688 moet opbrengen en een nog grotere afwijking ten opzichte van donorauto C4 Grand Picasso die al vanaf € 16.736 op je naam te schrijven is.
Het gamma omvat zes motorversies. Twee daarvan jagen benzine door de verbrandingskamers. Beiden zijn ze voorzien van een turbo en hebben ze 1.6l slagvolume. Het verschil wordt gemaakt door het vermogen dat naar keuze 155 of 200pk bedraagt. Voor ons land zijn ze echter nauwelijks relevant. In dit segment is de diesel koning. En daar heb je keuze uit een 1.6 e-HDi met 110pk, tweeliters met 135 of 160pk en een dieselhybride die de krachtigste versie combineert met een elektromotor. We drukken de startknop in van de diesel-instapper die in ons land het gros van de orders wegkaapt. De basisprijs bedraagt € 30.195 maar als je hem uitdost zoals het testvoertuig ben je snel € 10.000 extra kwijt.