Chevrolet heeft sinds zijn Europese herintroductie in 2005 bepaald niet stilgezeten. Het gamma, dat in Europa aanvankelijk nog gebaseerd was op het Zuid-Koreaanse Daewoo, werd in sneltreintempo gemoderniseerd. Waardoor het vierde grootste merk ter wereld nu zowel kleine stadswagentjes, elektrische gezinswagens als patserige musclecars in de aanbieding heeft. Medio 2011 werd de net boven de Spark gepositioneerde Aveo vernieuwd en vooral vergroot; we zagen bij een eerste kennismaking al dat die evolutie erg gunstig te noemen was. Tijd voor een detailtest dus.
Nieuw is het codewoord als Chevrolet zijn Aveo beschrijft: nieuw ontwerp, nieuw onderstel, nieuw interieur ... maar voor de motoren gebruikt het bedrijf het adjectief "opgewaardeerd". Geheel terecht zo blijkt, want de krachtbronnen bleken een pak minder overtuigend dan de rest van het geheel. Ook de 139gr CO2/km uitspuwende 1.4 in het vooronder, die trouwens ook als rijbereikverhoger in de Chevrolet Volt wordt gebruikt, breekt dus geen potten. Ondanks een beloftevol vermogen van 100pk heeft de 1.083kg lichte Aveo ruim 12 seconden nodig voor de honderdspurt en nooit kwamen we in de buurt van de beloofde 5,9l/100km bij gecombineerd gebruik. We strandden uiteindelijk op een gemiddelde van 8,6l/100km; een verbruik dat niet in relatie staat tot de makke prestaties. En dat is jammer, want de Aveo overtuigd wel in zowat alle andere domeinen. Hij oogt sportief en jong, is opgeruimd en ergonomisch binnenin en rijdt al bij al best plezierig. Bovendien is de standaarduitrusting erg compleet en zijn ook alle veiligheidsvoorzieningen standaard.
Verkrijgbaar als vijfdeurs of sedan, en met drie varianten van de 1.3 zelfontbrander of één van de drie benzinestokers - respectievelijk 1.2, 1.4 en 1.6 liter groot - onder de gespierde motorkap, is het aanbod best gevarieerd te noemen. De instapper, een vijfdeurs in de LS trim met een 1.2 benzine (70pk) aan boord, gaat van de hand voor € 11.999. Wij gingen op stap met de 1,4 benzine 100pk in de op één na hoogste uitvoering, LT+ gedoopt. Die kost € 14.299 en daar blijft het vooralsnog bij, tenminste als je geen metaalkleur hoeft en je verdeler niet te krenterig is om de wettelijke veiligheidskit en de matjes erbij te geven. Een erg concurrentiële prijszetting is dat, temeer daar de basisuitrusting over de hele lijn correct is. Denk dan aan een snelheidsregelaar voor alle versies, net als centrale deurvergrendeling en klimaatregeling (behalve voor instapper LS). Een automaat is enkel beschikbaar op de 1.4 en 1.6 benzine en kost € 1.200 extra. De topversie LTZ heeft zeventienduimers, mistlichten en parkeersensoren als voornaamste toevoegingen ten opzichte van onze testwagen.