Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: elektrische wagens, en bij uitbreiding ook de meeste hybrides, worden niet ten dans gevraagd omwille van hun oogverblindend uiterlijk, maar moeten het hebben van hun innerlijke schoonheid. De meeste merken lijken niet goed te weten of ze hun technologie-kruisvaarders een futuristisch dan wel alledaags voorkomen moeten meegeven. Met doorgaans halfslachtige resultaten tot gevolg, helaas. Opel trapte echter niet in de val van besluiteloosheid. De Ampera etaleert in de eerste plaats de toekomstige ontwerpfilosofie van het Duitse merk, die vooraan gekenmerkt wordt door de boemerangvormige lichtenopstelling en de vleugelvormige verchroomde grille met een groot Opel logo in het midden. De Zafira Tourer was de volgende in rij die langs het atelier van de nieuwe confectionair mocht passeren, en wat ons betreft mogen gerust alle modellen uit het gamma daar binnenkort een afspraak maken.
Daarnaast liet Rüsselsheim zich niet vangen om bij het streven naar een minimale luchtweerstand te vervallen in een zoutloos of steriel ontwerp. Het bedrijf zet met de Ampera een krachtig, geboetseerd en zelfs ietwat agressief koetswerk neer. De 4,50m lange, 1,44m hoge en 2,13m brede Ampera ligt lekker stoer laag tegen het asfalt, de specifieke zeventien-duimers laten weinig ruimte voor speling in de geprononceerde wielkasten. Op de flanken benadrukken de vanuit de voorste wielkast vertrekkende deurplooi en het onderschort de sportieve aspiraties van de Opel. Als we dan toch een opmerking moeten bedenken, houden we het erop dat de achterkant van de Ampera een beetje lomp en druk overkomt. Zij het dat dit de algemene indruk in het geheel niet bederft: Opel heeft met de Ampera best een attractieve wagen neergezet, elektrisch of niet.