Schoonheid is een subjectief begrip, dus enige voorzichtigheid bij het hanteren van deze alles-en-nietszeggende term is steevast geboden in dit vak. Behalve bij de Evoque, want die vinden we mooi, basta. De hoge, scherp klimmende schouderlijn die helemaal achteraan nét niet het aflopende dak ontmoet, de weergaloze kijkers en minuscule raampartijen ... allemaal zorgvuldig gecultiveerde designdetails die de breedgeschouderde Evoque een ego van jewelste meegeven. Waar de Evoque flaneert, wordt hij gezien. En aangestaard. Zeker als coupé, want dan meet hij 3cm minder in de hoogte dan de (1,63m hoge) vijfdeurs en heeft hij dankzij het ontbreken van de achterportieren, een opgeruimder zij-aanzicht. In de lengte tikt de Coupé af op 4,35m; in de breedte is je garagepoort best breder dan 2,13m. In de koffer past 500 liter bagage; met de achterbank neergeklapt groeit de capaciteit tot 1.350 liter. De koffer gaan indien gewenst elektrisch open en dicht, maar sleutelloze toegang is zelfs op de topversie een optie (€ 970). Een vreemde beslissing van de Britten, maar geen die ten koste gaat van de frisse verschijning gelukkig.
Al heeft zoveel uiterlijk vertoon ook een keerzijde. De deuren sluiten erg strak tegen de schouders van het dak aan bijvoorbeeld, maar vriezen daardoor wel doodleuk vast wanneer zich water heeft opgehoopt tussen de rubbers en het koetswerk. Niet zo prettig. Het achterraam is zo klein, dat de achteruitkijkspiegel meer van het interieur dan van de buitenwereld laat zien. Het zicht rondom is simpelweg niéts waard. Ach, wie mooi wil zijn, moet lijden zeker? Het zijn kleine imperfecties die we er graag bijnemen als het resultaat vanuit werkelijk álle hoeken zo prettig op het netvlies projecteert.