"Mag het iets meer zijn, mijnheer?" Nou, daar moeten we toch even over nadenken. In autoland is meer immers al een tijdje niet meer gelijk aan beter. Als het op cilinderinhoud aankomt, oordeelt de publieke opinie in koor dat "meer" fout is, dat "meer" vervuilt. En zo komt het dus dat wanneer de heugelijke dag eindelijk aanbreekt waarop je een nieuwe BMW 5 kan (of mag) bestellen, je blik op de prijslijst automatisch naar het lijntje met de instapdiesel van dienst wordt gezogen. Niet alleen vanwege de nog best meevallende som - de 520d begint aan € 40.900 - maar vooral omdat de pittige viercilinder een behoorlijke 184pk produceert, je hier natuurlijk al gelezen hebt dat die de Fünfer verrassend goed de sporen geeft en daarbij slechts 125gr CO2 per km in de atmosfeer spuwt. Gouden cijfers zijn dat, waarvoor wagenparkbeheerders meteen tekenen. Met hun zondagse vulpen zelfs.
Maar geef toe, ondanks de genialiteit van die gespierde vierpitter, vraag je je stiekem af waarom de Beiers zich dan de moeite hebben getroost nog zoveel andere krachtbronnen aan te bieden. Zou het onderstel echt dusdanig veel extra potentieel in petto hebben? En is het dan niet een beetje zonde om de 5 met een lichte diesel door het leven te laten gaan? We zouden, gezien onze eerdere ervaringen, durven denken van niet. Maar aangezien we meer doeners zijn dan denkers, zit er niets anders op dan het toch zelf maar even na te trekken. En zodoende zitten we aan boord van een 535d xDrive, die met een lading opties ter waarde van een leuk uitgeruste BMW 116d een prijskaartje draagt van € 89.140. Dat zet alles al terug wat meer in perspectief ...