Laten we beginnen bij de motoren. Voor het nieuwe modeljaar heeft Opel onderhuids twee belangrijke wijzigingen doorgevoerd: In het dieselkamp ziet de 2.0 Cdti dankzij onder meer een start&stop systeem, zijn CO2 uitstoot dalen tot 115gr/km. Het normverbruik volgt gedwee en neemt bij de berline zo een duik van 4,9 naar 4,3l/100km. Bij de benzinedrinkers verdwijnen dan weer de atmosferische 1.6 en 1.8 ten voordele van een aangeblazen 1.4 viercilindertje. Het blok kan maximaal 140pk ontwikkelen en laat de koppelkromme stijgen tot 200Nm, wat 15% meer is dan bij de oude generatie. Daarnaast hoort de gedownsizede nieuweling een goede 25% zuiniger te zijn geworden: Een CO2 uitstoot van 134gr/km en een normverbruik van 5,9l/100km voor een 1.610kg wegende break zijn dan ook erg respectabele waarden.
Maar gaat dat allemaal nog wel een beetje vooruit, vraag je je - terecht - af? Ja en nee. Een honderdsprint in 10,9 seconden en een topsnelheid van 205km/u zijn zeker afdoend, en we kunnen alvast beamen dat de kleine veertienhonderd aardig zijn mannetje staat tijdens stoplichtspurtjes in de agglomeratie. Maar als je in de zesde versnelling fat and happy over de autosnelweg tuft, verlopen hernemingen al heel wat minder vlot. Vanaf zo'n 120km/u moet je het lager gaan zoeken met de accuraat schakelende pook, wil je nog iets of wat enthousiasme laten opborrelen bij het indrukken van het gaspedaal. En dan is er nog iets aan de hand met de kleine benzinemotor: hij klinkt een beetje verloren onder de kap van de grote Insignia, wat zich vertaalt in een iel, af en toe hinderlijk resonerend geluid. Je kan dit met wat goede wil sportief vinden, en dan zijn we blij voor jou. Maar wij vinden het wat magertjes klinken, toch gezien de omvang en statigheid van het model. Bovendien slaagt de 1.4 er niet in de beloofde verbruikscijfers te benaderen, zelfs niet bij tankledigende autosnelwegritten met de snelheidsregelaar op 130km/u gezet. In dit - voor een dergelijke wagen - alledaags scenario, penden we een verbruiksgemiddelde van maar liefst 8,0l/100km op. Om maar te zeggen dat de 1.4 wellicht een alternatief biedt voor kort pendelverkeer, maar als je dagelijks langere ritten dient af te werken, stellen we voor te winkelen in de dieselafdeling.
Als je weet dat de Insignia bijvoorbeeld ook leverbaar is met een 250pk pompende 2.0 turbo, en dan hebben we het nog niet eens over de 325pk V6 die in de OPC variant ligt, dan begrijp je dat het onderstel niet van de wijs te brengen valt door de krachten die de 1.4 kan ontwikkelen. De Insignia stuurt precies en trefzeker en dat heeft niet alleen te maken met de dikke stabilisatoren en de uitgekiende afstelling van de ophanging, maar evenzeer met de elektrische, snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging, die voor een keertje wél betrekkelijk goed informatie terugkoppelt aan de bestuurder. Het stuurwiel biedt een goede weerstand en heeft quasi niet te lijden onder het "alles-of-niets" syndroom waarmee elektrisch bekrachtigde sturen zo vaak kampen. Het levert een voorspelbaar en progressief rijgedrag op, en dat schept dan weer een mooie vertrouwensband. Onze Sports Tourer kwam met twee extra knopjes in de al drukbevolkte middenconsole: Sports en ... Tour. Als beide niet worden geactiveerd, rijdt de Insignia rond in een soort compromis-stand, die op zich prima voldoet voor alledaags verkeer. Flikker je de afstelling op Tour, dan past de boordcomputer enkel de regeling van het onderstel aan met het oog op een comfortabelere rit. En het werkt echt, wat we op slecht wegdek en lange autosnelwegritten best konden appreciëren. De Sports-knop grijpt eveneens in op het onderstel, maar sleutelt daarnaast ook aan de stuurbekrachtiging, het beschikbare koppel en dergelijke meer. En het kleurt de wijzerplaten rood, wat misschien geinig is op een Astra GTC, maar lichtjes overbodig op de zakelijk georiënteerde Insignia. Flexride heet het systeem, € 950 kost het en het komt standaard op de Sport versie.