Er wordt gezegd dat de mate waarin een koetswerk in staat is de tand des tijds te doorstaan, omgekeerd evenredig is met het aantal lijnen waaruit het is opgebouwd. Een drukke gozer valt met andere woorden wel op bij zijn lancering, maar verveelt al gauw, zeg maar. In het geval van de Insignia lijkt die bewering wel steek te houden, want alhoewel Opel's vlaggenschip al een dikke drie jaar onveranderd het landschap doorkruist, blijft diens pure, gestroomlijnde lichaam nog steeds een streling voor het oog. Niet alleen onze kijkers blijven gecharmeerd overigens, want Opel sleet wereldwijd ondertussen al 400.000 exemplaren.
De Sports Tourer die we voor de gelegenheid de herfstige winter doorloodsen, meet 4,91m in de lengte en 1,52m in de hoogte. Het levert een zijaanzicht op waarvan de verhoudingen prettig op het netvlies vallen, daarin bijgestaan door de kunstig uitgesneden C die zich vanaf de voorste portieren naar achteren ontwikkelt, geholpen door de fors bemeten wielkasten, die minimaal zeventienduims grote velgen huisvesten. Exemplaren die, afhankelijk van het gekozen uitrustingsniveau, kostenloos kunnen opgewaardeerd worden naar achtienduimers, uitgevoerd in verschillende patronen. De break deelt zijn wielbasis van 2,74m met de vier- en de vijfdeurs, en profiteert dan ook mee van het zeer correcte ruimteaanbod in de cabine. De koffer slikt amper 10 liter meer dan de vijfdeursvariant, 540 liter om precies te zijn, maar is dankzij de verder doorlopende daklijn uiteraard wel wat handiger in gebruik. Het is vooral de hoogte van de opening die er zijn voordeel bij doet, want die voegt 9cm toe en komt zo op 68,4cm uit. Bij het openen van de achterklep gaan de lichtunits mee naar boven, wat best wel een apart zicht oplevert. Enkel bij de topversie Cosmo verloopt de reis elektrisch.