Met rijeigenschappen komen we eindelijk aan het uitzonderlijke van deze SLK. Onder de lange neus vinden we immers een dieselmotor. 2,1l groot voorzien van piëzo-elektrische injectoren, een zeer hoge inspuitdruk, partikelfilter om de rotzooi die de vorige tekstregel oplevert er weer uit te filteren en een zeer geavanceerde turbo. Het resultaat is een vermogensopbrengst van 204pk en -vooral- een trekkracht van 500Nm. Een automatische zevenbak stuurt dat allemaal naar de achterwielen. Als het rubber daar rond voldoende houvast vindt, ga je in 6,7 tellen naar 100km/u. En het meest indrukwekkende is daarbij het verbruiksgemiddelde van 4,9l/100km en de CO2-emissie van 132gr/km. In de praktijk is het natuurlijk meer, zeker als je er wat de zweep op legt. Maar je haalt nooit het dubbele. Enige valse noot is het dieselgeluid. Dat is wat minder gedempt dan we hadden verwacht. Misschien een bewuste keuze, om wat sportiviteit te behouden. Vooral bij een koudstart voelen we ons daar wat onwennig bij.
De afstelling van het onderstel is uit de kunst. Ondanks de beperkte veerweg en de beperkte afstand tussen beide assen, wordt de SLK eigenlijk nooit nerveus. Zelfs niet als je de topsnelheid van 243km/u nadert. Met 500Nm trekkracht is de SLK 250 CDI niet meteen een beest in de sprint, doch zeer effectief in de hernemingen. De zeventrapsautomaat heeft nog een manuele functie met schakelflippers achter het stuur, maar de bak heeft zo'n competent stuurprogramma dat je onmogelijk zelf beter kan doen. De demping is kordaat en tegelijk nooit onaangenaam. En hier hebben we eindelijk eens een variabele stuurbekrachtiging die geen podiumbeest is, maar z'n werk in alle discretie doet. Zo hoort dat.