Binnenin ging het team van de Japanse fabrikant al even bedachtzaam te werk bij het heruitvinden van editie 2011. De kleurtjes werden wat anders en de materialen zijn wat minder plastiekerig, maar voor een wagen die makkelijk € 30.000 kost is het ons toch allemaal wat te mager. Het nieuwe instrumentenpaneel mag dan wel erg blits vormgegeven zijn, voor de rest van de stuurcabine hebben ze die insteek niet gevolgd. De materiaalkeuze blijft gespeend van originaliteit, enkel de echt belangrijke knopjes krijgen achtergrondverlichting en het gecombineerd navigatie/muzieksysteem die de twee DIN holtes vult is een Kenwood die je ook in de detailhandel kan bestellen.
Maar net zoals de eerste indruk langs de buitenkant niet alles zegt, slaagt de Forester er ook in het interieur in om het gebrek aan creativiteit van zijn scheppers te doen vergeten. Het begint wanneer je opmerkt hoe nauw alle panelen aan elkaar aansluiten, zonder dat ze een krimp durven geven als je de bokser weer eens al te enthousiast een pokdalige bocht doorjaagt. Het vertrouwen in de Japanners stijgt verder als je de Kenwood werkelijk het zuiverste geluid hoort toveren uit de heel schuchter weggewerkte luidsprekers, en bevestigt als je op datzelfde scherm een uitmuntend beeld ziet verschijnen bij het achteruitrijden. De stoelen zitten prima en over de bestuurderspositie is duidelijk goed nagedacht. Mooi wordt de binnenkant daar natuurlijk niet van, maar er valt wel prima mee te leven. Functionaliteit krijgt ook in het interieur voorrang op de vorm: de Forester trekt alleszins de lijn consequent door.