Laten we met de motor beginnen. Nissan belooft evenveel pit als de dikke 2-literversie en die belofte wordt wonderwel ingelost. Aangezien de 1.6 dci evenveel koppel biedt, en dan nog aan een lager toerental, heb je het gevoel dat je eeuwig in derde of vierde versnelling kan blijven rijden. Bij stijle hellingen heeft onze Qashqai het evenwel moeilijk in het begin, en met de rechtervoet naar beneden krijg je de indruk dat de motor nog in winterslaap ligt. Traag maar gestaag klimt de naald op de toerenteller, en eenmaal 1500 tpm gepasseerd wordt het blok pas echt wakker. Op dat moment beschik je plots over 80% van de totale trekkracht en dat merk je. De dieselmotor draait bijna geruisloos en reageert soepel op elk bevel. Het is natuurlijk geen hoogtoerige motor, maar de Qashqai dient in de eerste plaats toch om te ‘cruisen'. En dat wil ie ook. Het stuur is serieus bekrachtigd en de bestuurder hoeft op geen elke moment zware arbeid te verrichten. En ook al kan je amper van echte feedback spreken, hij doet wel netjes wat er van hem gevraagd wordt.
Wat de baanligging betreft zijn we formeel, onze hoge tweewielaandrijver doet dat goed. Bij stevige bochten gaan de voorwielen wel even op zoek naar extra grip, maar storend wordt het nooit. Last van (overdreven) onderstuur hebben we ook niet gehad. Dat is mede te danken aan dikke antirolstangen en een uitstekende ophanging: McPhersons vooraan en een onafhankelijk multi-linksysteem achteraan. Al zullen de brede 215/55R18 sloffen er ook wel voor iets tussen zitten. Die rolstangen zorgen wel voor een oncomfortabel weggedrag op een slecht wegdek, wat we spijtig genoeg wel vaker terugvinden in ons land.
Maar hoe zit dat met de dorst? Op een traject van 80 kilometer in wisselende verkeersomstandigheden kwamen we op een gemiddeld verbruik van een kleine 6l/100 km. Minder moet dus zeker kunnen. Bovendien ging het niet om een eco-run, we moesten immers ook naar de dynamische capaciteiten peilen. Maar het resultaat mag er best zijn.