Zetten we beide versies tegenover elkaar dan vinden we in de ene hoek de 100pk en 155Nm sterke 1.2 benzine (met een kleine turbo) en in de andere hoek de 85pk en 200Nm sterke 1.5 dCi. Beiden hebben een nagenoeg identiek leeggewicht - 1.051kg voor de benzine, 4kg meer voor de diesel - en stellen het met een handbediende vijfbak. De topsnelheid is voor beiden gelijk, met 185km/u, maar de benzine zit op papier sneller aan de 100. Die duikt met 2 tienden marge onder de psychologische 10-tellen-grens terwijl de diesel er 1,2 tellen boven blijft. Nochtans is de diesel in normale omstandigheden minstens even vlot, omdat die natuurlijk minder hoog in de toeren gejaagd moet worden. Hij verbruikt ook een stuk minder - 3,8l/100km (99gr/CO2/km) tegen 5,7l/100km (132gr/CO2/km). Renault realiseert dus zelfs zonder duur start/stop-systeem een aanzienlijke verbruikswinst. Sinds de lancering in 2007 zijn de Twingo's gemiddeld liefst 1,3l/100km zuiniger geworden. Er is daarvoor onder meer gewerkt op interne wrijving, luchtweerstand en motorsturing.
De Twingo rust op het onderstel van de Clio II. Een auto die we als Clio Campus ook nog steeds in het Renault-aanbod vinden. In dat platform is alleen ruimte voor een vijfversnellingsbak, wat het ontbreken van een zesde overbrengingsverhouding verduidelijkt. De H-vormige achteras en onafhankelijke voortrein zijn in de dieselversie op test een tikkeltje soepeler dan bij de benzine in Gordini-outfit. Nochtans zijn beiden comfortabel als het op de filtering van putten en bulten aankomt, maar de Gordini houdt de bodemplaat in de bochten een tikkeltje vlakker. Ook in de stuurinrichting, een elektrisch bekrachtigde tandheugel is er marginaal verschil. De benzine reageert directer, maar daarom niet meer natuurlijk. Eigenlijk valt er bij beiden weinig op aan te merken. Op het tegenwoordig alomtegenwoordige gebrek aan stuurgevoel natuurlijk.
De afmetingen en de compacte draaicirkel van 10,55m maken het mogelijk om de Twingo in een klein gaatje te mikken. Dat hoort ook zo bij een stadswagen. En het dient gezegd dat het grote glasoppervlak een aardige zichtbaarheid in alle richtingen oplevert. Dat is lang niet altijd het geval.