Er moet ons eerst iets van het hart. Op een topversie in het B-segment hoort vandaag de dag een snelheidsregelaar gemonteerd te zitten. En dat is bij deze Yaris dus niet het geval, zelfs niet optioneel. Wellicht dat je er in de stad, zijn natuurlijke habitat, weinig tot niets aan hebt, maar de Japanner heeft zoveel kwaliteiten om het ook op de autosnelwegen prima voor elkaar te hebben. Het zitmeubilair houdt rug en zitvlak immers blij gemutst tijdens lange ritten en de geluidsisolatie is eveneens van een erg hoog niveau. Op dergelijke snelle ritten zet de elektrisch bekrachtigde stuurinrichting zichzelf wel nadelig in de verf, want aan kleine correcties wordt te nerveus gevolg gegeven en vanzelf terug keren naar de rechtuitstand is niet zijn favoriete bezigheid. Toyota beweert hieraan te hebben gewerkt, en toegegeven, er valt weldegelijk precies te sturen met de Yaris - zij het dan in de zin dat je ook precies kan tekenen met een computermuis, maar nooit met zoveel finesse als met een potlood op papier. En er is nog meer aan de hand met het fraaie ronde ding, want de schakelflippers die standaard bij de Multidrive automaat worden bijgeleverd, zitten er net zo op hun plaats als een grasmaaier op een synthetisch voetbalveld. De bijdrage tot het rijplezier - de vijf minuten durende ontdekkingsfase niet nader beschouwd - is quasi nul, aangezien de Multidrive toch zijn eigen zin doet, zelfs als hij in de Sport stand wordt gedwongen. Neen, dan hadden we liever een snelheidsregelaar in de plaats gezien. Hier gaan we weer ...
De 1,33 liter grote atmosferische vierpitter wordt gevoed vanuit een 42 liter grote benzinetank. Bij sportief gerij of met de naald boven de 120km/u geparkeerd zakt de benzinemeter sneller dan je lief is. Het vermogen van 99pk wordt pas bij 6.000t/min bereikt en ook het koppel van 125Nm piekt bij 4.000t/min eerder laat. Accelereren van 0 naar 100km/u neemt 12,3 seconden in beslag, ofwel een halve seconde trager dan met de manuele zesbak. Op papier lust de Yaris bij normaal rondrijden 5,1 liter per 100km, wat overeenkomt met een CO2 uitstoot van 118gr/km; maar in de praktijk leek een gemiddeld verbruik van 7 liter op honderd eerder regel dan uitzondering. Niet schandalig, maar ook niet geweldig. Een start&stop systeem is niet beschikbaar, dus voor wie zuinigheid een struikelblok is, brengt de voor de lente van 2012 bevestigde HSD hybride uitvoering allicht beterschap.
Terwijl de CVT bak gezapig en steriel door de gesimuleerde zeven versnellingen danst, en de aandrijflijn bij gebrek aan een voelbare "duw in de rug" allerminst de pretentie heeft sportief te heten, doet het onderstel net het omgekeerde. De beproefde combinatie van McPherson's vooraan en een torsieas tussen de achterwielen werd immers erg snedig afgesteld. We juichen het toe tijdens het betere bochtenwerk, maar bekopen dat enthousiasme wanneer de kwaliteit van het asfalt prekoloniale proporties aanneemt. De demping vinden we te hard voor een wagen die in geen geval openlijk de kaart van het sportieve werk durft te trekken. De laagprofielbanden rond de zestienduimers doen natuurlijk niet veel goed aan het comfort aan boord.