In de zomer van 2011 stelde Toyota de derde generatie van de Yaris voor, haar vertegenwoordiger in het uitermate belangrijke B-segment. De scherper gelijnde stadswagen werd ten opzichte van editie twee 10cm langer en werd door de monteurs in Valenciennes getrakteerd op een met 5cm uitgerokken wielbasis, waardoor het volledig hertekende interieur voortaan nog meer plaats biedt aan passagiers en bagage. Wetende dat het plaatsaanbod al één van zijn sterkste kanten was, is dat goed nieuws. Dat het karretje eigenlijk over de hele lijn in de positieve zin evolueerde, konden we ook al zelf vaststellen aan boord van de dieselstoker uit de reeks. Maar omdat één op de drie in België verkochte Yarissen een benzine-eenheid onder de kap heeft én Toyota bovendien verwacht dat de populariteit van de zelfontbrander zijn beste tijd heeft gehad met dank aan de afschaffing van de ecopremie, brachten we deze keer een met de 1.33 VVT-i krachtbron gezegend exemplaar naar onze onverbiddelijke pijnbank.
Het testmodel is uitgerust met zowat alle toeters en bellen die de grootste autobouwer ter wereld op zijn derde kleinste vierwieler in onze contreien kan leveren. De vijfdeurs topversie, Style geheten, is de jouwe voor € 19.510 en werd voor de gelegenheid verder opgewaardeerd met metaalkleur (€ 400) en een panoramisch dak plus Senso pakket, dat gebundeld € 840 moeten kosten. Daarbij hoort ook een systeem dat toelaat sleutelloos in te stappen en te starten, alsook automatisch ontstekende lichten, een regensensor en een zelfdimmende binnenspiegel. De som komt vervolgens uit op € 20.750. Het zal geen verrassing zijn als we melden dat dit ei zo na hetzelfde is als wat je voor een gelijkaardig uitgedoste Ford Fiesta of Renault Clio moet schuiven.