Pakweg 25 jaar geleden was het maken van keuzes nog niet zo'n gedoe als nu. Sinterklaas bracht voor je zoontje een treintje, of een racebaan. De nieuwe tegels in je badkamer waren wit of blauw. En de doordeweekse Audi op je oprit had het cijfer 80 op de achterkant, tenzij het een 100 was. Klaar en simpel. Maar vandaag de dag loopt dat even anders. De brief aan de Heilige Man komt pas tot stand nadat de hele familie erover in conclaaf is gegaan, de zoektocht naar nieuwe badkamertegeltjes leveren vooral een hoge bloeddruk op en Audi vult alsof hun leven ervan afhangt gaten in de markt die wij nog niet eens hadden opgemerkt. Neem nu de in 2010 geïntroduceerde A7: een vijfdeurscoupé die de bres hoort te dichten tussen de banale (nou ja) A6 en de plechtige A8. Dat verdient nader onderzoek.
De A7 wordt aangeboden vanaf € 50.780, waarbij een 204pk sterke 2.8 FSI V6 enkel de voorwielen aandrijft. Dieselen gebeurt met de 3.0 TDI V6 voor € 53.410, desgevallend eveneens met voorwielaandrijving. Die 204pk sterke eenheid werd in onze testwagen gekoppeld aan een S-tronic automaat en Quattro vierwielaandrijving. Naakt verwisselt deze A7 voor € 56.660 van eigenaar, maar Audi zou Audi niet zijn als daar mits wat elementair afvinkwerk op de optielijst zonder moeite een derde aan wordt toegevoegd. Het prijskaartje dat aan ons testmodel hing, las dan ook een stevige € 78.829. Als voornaamste sparringpartner mogen we de op de vier wielen aangedreven variant van de Mercedes CLS natuurlijk niet vergeten, die met een zelfonbrander onder de kap zonder opties € 68.849 moet kosten. BMW's 640d Coupé kost dan weer minimum € 84.500 met de 313pk sterke drieliter in het vooronder.