In deze Sport Line (meerprijs van € 1.625) is het interieur opgeleukt met rode stiksels en inzetstukken, die erin slagen een sportief sfeertje te scheppen in de voor het overige erg sobere stuurcabine. De instap voorin hebben we al beoordeeld als zijnde een beetje krap en eens genesteld in de voortreffelijke sportzetels blijft dat ruimtegebrek jammer genoeg nog een beetje nazinderen. De dikke B-stijl staat pal naast je hoofd, dus een goed overzicht naar links mag je als bestuurder meteen vergeten, tenzij je de zetel erg ver naar voor schuift. Maar dan mag je weer niet te groot zijn, want door de eerder aangehaalde schuine voorruit is de beschikbare hoofdruimte wel erg beperkt. We zijn een beetje aan het muggenziften, want eens je een werkbare zetel- en stuurpositie hebt uitgedokterd, wordt je beloond met een rijhouding die rijplezier hoog in het vaandel voert. Alle instrumenten staan netjes naar de bestuurder gericht, die van achter zijn perfect in de hand liggende stuurwiel de markante motorkap gretig naar de horizon ziet rijken. Dat (optionele) sportstuur krijgt de snelheidsregelaar voortaan ingebouwd, van een apart hendeltje is geen sprake meer. Een ergonomische vooruitgang als je het ons vraagt, ware het niet dat de ijking van het lichtje in de snelheidsmeter die de ingestelde snelheid moet voorstellen, steevast enkele kilometers mis staat ten opzichte van wat is ingesteld (en ook wordt gereden). Best irritant: als je dergelijke extra geinigheidjes voorziet, moeten ze ook correct functioneren.
Autobouwers hebben tegenwoordig geen enkel excuus meer om een belabberd infotainmentsysteem aan hun klanten aan te bieden. Ondanks, en misschien wel net door de enorme technische mogelijkheden die vandaag de dag voorhanden zijn, kan de verleiding groot zijn om met te veel toeters en bellen de bestuurder op de hoogte te willen houden van de toestand van zijn machine. Doe je dat als constructeur, dan riskeer je dat je digitale wonderspeeltjes al gedateerd blijken nog voor de desbetreffende wagens in de showroom staan te pronken. BMW heeft die valkuilen netjes ontweken, en bouwt in de 1 het fantastische Black Panel in waarmee we al in de hogere reeksen konden kennismaken. De mix van de tijdloze analoge tellers en schijnbaar naadloos in elkaar lopende digitale informatie is voortreffelijk uitgewerkt. Ook het brede navigatiescherm mag er zijn, ware het niet dat het wat knullig rechtop werd ingeplant bovenop de boordplank, alsof het uitneembaar is. En dat is het niet, voor alle duidelijkheid. Dat scherm hadden de Beiers beter weggewerkt in de sowieso al disproportioneel grote middenconsole, ten nadele van die onnodig brede ventilatiemonden. De meeste functies bedien je uiteraard met de ondertussen ingeburgerde en terecht gelauwerde iDrive, die een beetje naar voren werd geschoven op de pianolak zwarte middentunnel, zodat die op een natuurlijkere manier in de hand valt.