BMW's kleinste, de 1 reeks, volgde in 2004 de 3 Compact op. In tegenstelling tot die laatste was de 1 geen vakkundig ingekorte 3-reeks, maar gaf Chris Bangle de benjamin van de familie een heel eigen gezicht. Hoewel het koetswerkontwerp met zijn afwisselend convexe en concave plaatwerk op zijn zachtst gezegd niet onbesproken was, verkocht de 1 wel meteen als zoete broodjes en dat motiveerde de bewindsvoerders uit Beieren natuurlijk om er in 2007 een cabrio- en coupévariant van op de markt te gooien. Vanaf het najaar van 2011 is de 1 compleet vernieuwd, maar de meer op vrije tijd toegespiste spin-offs blijven tot nader order met hun huidige garderobe op de catwalk paraderen. Na vier jaar lang het clienteel verleiden, mocht de 1 Coupé van de baas wel even aankloppen bij de schoonheidskliniek om hier en daar de dingen wat strakker te laten trekken. Voor ons alvast een voldoende reden om de benjamin van de BMW-stal eens grondig te keuren, en doen we met de 2 liter turbodiesel onder de kap.
Coupérijden kan bij BMW al met de 143pk sterke 118d, wat je minimaal € 26.750 zal kosten. BMW laat voor de detailuitrusting de keuze aan de klant, wat eigenlijk wil zeggen dat je de meest courante comfortfuncties nog moet optellen vanaf de (dure) optielijst. De Beemer is naast met onze 2.0 turbodiesel, ook verkrijgbaar met de 204pk spuwende 23d uit het zelfontbranderrek; benzineslurpers dragen de benaming 120i (170pk), 125i (218pk) en 135i (306pk). Onze uit fiskale overwegingen tot 163pk begrensde 120d kost zonder opties € 29.500. Dankzij de montage van onder meer een lederen interieur, het Performance Line pakket, een Connectivity pakket met navigatiesysteem en nog een hoop andere nuttige dan wel leuke attributen, komt onze testwagen op een stevige € 40.380 uit.