We zullen maar meteen met de deur in huis vallen: fan van de Einser z'n smoelwerk zijn we nooit echt geweest. De koplampen lijken je wat triestig aan te kijken met hun afhangende wenkbrouwen, maar op deze coupé komt die typerende gelaatstrek verrassend genoeg wonderwel tot zijn recht. Ligt het aan de herwerkte, sportiever vormgegeven voorbumper? Of aan de aggresieve, gesculpteerde kont waar de recht aflopende daklijn nu op uitkomt? Zitten de dikke zeventienduimers er voor iets tussen, waarvan de loopvlakken de wielkasten net niet lijken uit te schuren? Het is moeilijk te zeggen wat het hem doet, maar het werkt wél. De 1 coupé valt met zijn lange motorkap en brede schouders op in het straatbeeld, en brengt onbewust een goedkeurende glimlach op de lippen van menig liefhebber.
BMW moet overigens niets hebben van de vrije interpretatie waarmee de autobouwers tegenwoordig het concept "coupé" oneer aandoen. Een coupé heeft twee deuren en daarmee basta. Niks geklungel met halve achterdeuren en verborgen deurklinken: instappen naar achterin gebeurt lekker ouderwets gewoon via de voorste portieren, die gelukkig wel groot genoeg zijn om een fatsoenlijke instap te verzekeren. Maar vergis je niet, zelfs al hebben de Beiers het achtercompartiment de aandacht gegeven die het verdient en zitten de zetels knus en comfortabel, de 1 is en blijft een coupé. Kinderen zitten ruim maar kunnen door de hoge gordellijn niet naar buiten gluren; senioren die achteraan willen plaatsnemen, hebben best nog wat lenigheid in de spieren. De kofferklep opent voldoende hoog en biedt best wel veel ruimte, met 370 liter is er geen reden tot klagen.