De boomlange Superb rijdt zoals hij eruit ziet. Dat wil zeggen: stabiel en comfortabel rechtdoor, maar hij torst wat te veel gewicht op de heupen om met een grijns door de bochten te kunnen scheuren. Onderstuur treed vrij vroeg op als het vooruit mag gaan in de slalom en het is dan ook evenmin een kunst de achterkant te laten uitbreken. Maar zoals reeds gesteld, noch het interieur, noch het koetswerk geven je ook maar de minste impuls om de Superb aan dergelijke folterpraktijken te willen onderwerpen. Deze Combi voelt zich nog het beste thuis op de snelweg, waar het lekker rechtdoor kan. De koets is comfortabel opgehangen maar mist wat demping als het wegdek niet je dat is. Het lijkt wel alsof de ingenieurs het bochtengedrag toch een beetje wilden op peil houden, maar wellicht hadden ze beter volledig de kaart getrokken van het comfort. In één beweging mochten er best nog wat kilo's opgeofferd worden aan extra geluidsisolatiemateriaal, om zijn kwaliteit als snelwegmonster quasi perfect af te kruiden. De rijklaar 1.547kg wegende lobbes kreeg van thuis uit een klassieke McPherson ophanging vooraan en een multilink achteraan mee en mag een geremde aanhangwagen van maximaal 1.800kg trekken.
Het 2.0 commonrail drukgevoed motorblok doet eveneens wat je ervan verwacht. Het koppel van 320Nm is bruikbaar over een brede band in het toerentalbereik en verleent de Superb de nodige souplesse in zowat elke situatie. Het blokje klinkt wat iel bij het starten in zo'n kolossale koets, maar eens je onderweg bent is de turbodiesel een prettige metgezel. En vooral een zuinige partner, want met een testgemiddelde van 5,9 liter/100km zitten we maar een fractie boven het opgegeven, in ideale omstandigheden opgemeten gemiddelde van 5,4 liter/100km. Met de eerder kleine tank van 60 liter kom je dus toch nipt meer dan 1.000km ver. Om tot ons testgemiddelde te komen hebben we onszelf overigens niet hoeven te pijnigen, want de versnellingsbakverhoudingen zijn goed uitgekiend en de krachtbron is simpelweg in zijn sas bij erg lage toeren. Op de snelweg draaien de vier cylinders een gezapige 2.000 toeren per minuut aan 120km/u, en dat is tegelijk prettig stil én economisch.