Bij het ontwerpen van de Superb was het aanbieden van ruimte duidelijk doorslaggevend. Vooral de achterin gezeten passagiers plukken hier de vruchten van, want de beenruimte die deze laatsten genieten, is echt wel extravagant. Hetzelfde geldt voor de koffer, want die slikt zonder morren 633 liter. De aluminium bevestigingsrails in de kofferruimte laten bovendien toe je lading op een handige manier vast te zetten (optie van € 190 op de basisversie). Een duim omlaag krijgt de Superb Combi wel voor de manier waarop de achterstoelen neerklappen, want in die toestand, waarbij een laadvolume van 1.865 liter wordt vrijgemaakt, wordt geen vlakke laadvloer gecreëerd. Een beetje vreemd voor een wagen die toch wel nadrukkelijk zijn bruikbaarheid als grootvervoerder propagandeert. Behalve op de Greenline versie, kan daar wel een mouw aan gepast worden mits het installeren van een uittrekbare dubbele koffervloer tegen een meerprijs van € 385 op de basisversie.
Zo decadent ruim als de passagiers achteraan vertoeven, zo knus zit je als bestuurder in de cockpit. Iets te gezellig zelfs, want de - ruime en comfortabele - zetels zitten erg dicht tegen de middentunnel gemonteerd waardoor je rechterknie er quasi permanent mee in aanraking blijft. De boordplank en middentunnel herbergen alle nodige functies op een erg overzichtelijke en ergonomische manier, maar veel ziel hebben de interieurarchitecten het ontwerp niet meegegeven. De gebruikte materialen zijn bovendien vrij gewoontjes en mochten op een vlaggenschip als de Superb toch wel een beetje meer onderscheiding hebben gekregen. Alles heeft zijn prijs natuurlijk, een interieur met houtafwerking (€ 150, standaard op de topversie) of een lederen interieur (€ 2.075, standaard op de topversie) kunnen wellicht soelaas bieden voor wie wat extra cachet wil. Wat echter niet kan opgewaardeerd worden, is de geluidsisolatie. Snelwegen zijn de natuurlijke habitat van deze Tsjech, maar rol- en vooral windgeluiden worden maar matig gefilterd in de cabine. Het zijn de kleine details die ons eraan doen herinneren dat de Skoda betaalbaar moet blijven, en dat voor meer raffinement je het hogerop in de VW-groep moet gaan zoeken.
De boordcomputer toont je alle informatie die je nodig hebt, maar is niet in het Nederlands in te stellen. Daardoor gaat onze duim voor de tweede keer omlaag. Gelukkig kan het optionele navigatiesysteem wel met onze moedertaal overweg, maar Nederlandse spraakbesturing wordt dan weer niet ondersteund. Jammer, maar helaas. Navigeren kan met het Amundsen Plus systeem in de basisversie mits een opleg van € 1.290; in de hogere versies monteert Skoda het systeem voor € 690. Wij testten het duurder alternatief van Columbus, waar je meer bepaald een stevige € 2.440 voor moet veil hebben in de basisversie (€1.850 in hogere versies). Die laatste beschikt over een touchscreen en is een waar plezier in het gebruik. De Columbus eenheid vervult meteen ook de rol van geluidsinstallatie en doet dat met verve. Het geluid is zuiver en vol, en kan echt beláchelijk luid - onze trommelvliezen gingen net niet scheuren met de volumeknop halfweg. In de basisversie is overigens geen radio geinstalleerd, wil je er toch eentje moet je minimum € 460 ophoesten. Handsfree bellen kan mits de toevoeging van de bluetooth optie (€ 720 op de basisversie en € 425 op alle andere versies) waarmee je dan meteen ook muziek kan streamen naar de geluidsinstallatie als je mobieltje dat aankan.