De tweede generatie Superb, genoemd naar een statige luxelimousine van voor het Sovjettijdperk, doet zijn afkomst alle eer aan. De Combi heeft immers best veel présence, wat vooral op het conto van het buitensporige formaat en de stoere snoet mag geschreven worden. Het algemeen ontwerp is vrij ongezouten en klassiek opgevat, zonder veel franjes dus. Van opzij bekeken vallen vooral de grote raampartijen en de lange motorkap op. De Superb meet 2m bij 4,83m en is door die maten best een impressionante verschijning. De deuren zijn vrij groot en de instap is laag. Dat kan soms knap vervelend zijn, want Skoda gaf de A stijlen en scherpe hoek mee waardoor je bij het instappen moet opletten om er je hoofd niet aan te stoten. Achteraan is de instap dan weer royaal. De kofferklep is eveneens vanuit een praktisch oogpunt vormgegeven, want de laaddrempel is precies goed en de kofferopening is groot. Om de koets niet al te veel op een doos te laten lijken, werd de kofferklep wel wat schuin gelegd. Dus toch een kleine esthetische toegeving op het streven naar maximale ruimte.
De optielijst vermeld voldoende opsmukmogelijkheden om de Combi te personaliseren, zoals verchroomde sierlijsten hier en daar of verduisterende achterruiten (€ 220). De electrisch bedienbare, verwarmde en in de koetswerkkleur gespoten buitenspiegels zijn standaard op alle versies, net als de spoiler op de kofferklep en de mistlichten. Een verlaagd sportchassis kost € 225 op alle versies, maar is standaard op de Greenline motorisatie.